Page 701 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 701
Bijlagen
Kasteel Kuinre
Inhoud
Postulaat Rudolf van Diepenholt verklaart dat hij met toestemming van de schepenen en raden van de drie hoofdsteden Tydeman Schuersack op de volgende voorwaarden tot kastelein en burggraaf van Kuinre aangesteld heeft (1) Tydeman dient het slot en de heerlijkheid als een goed ambtman en kastelein te beheren en jaarlijks over zijn beheer verantwoording af te leggen (2) hij is verplicht 25 man op het huis te Kuinre te legeren, waardoor hij volgend jaar 325 Franse schilden zal krijgen, gaande uit de langen Uuterdijck, de tijns, het veerecht, de erven en de jaarrenten, die bij het huis Kuinre behoren (3) hij zal over de inkomsten uit de tollen en boeten verantwoording moeten afleggen (4) hij zal alle noodzakelijke huisraad, behalve bedden en toebehoren, aan de postulaat in rekening kunnen brengen (5) onkosten, door hem in verband met het gebouw en de huisraad gemaakt, zullen hem of zijn erfgenamen binnen een kwartaal na het einde van zijn kasteleinschap worden terugbetaald, mits hij voor deze bouwinkomsten toestemming van de postulaat en de drie steden heeft gekregen en rekeningen toont (6) hij dient aan de postulaat en de drie steden een akte te overhandigen (dit is ZR III nr. 1357) waarbij hij onder ede belooft het huis en ambt van Kuinre onder dezelfde voorwaarden te zullen beheren als zijn voorganger Willam Tyasen dat heeft gedaan.
Tydeman Schuersack verklaart dat hij door postulaat Rudolf van Diepenholt is aangesteld als beheerder van het huis, de burcht en de heerlijkheid Kuinre op voordracht van de schepenen en raden van de drie Sallandse hoofdsteden. Hij belooft (1) het huis, de burcht en de heerlijkheid volgens de tussen de bisschop en de drie steden gesloten akten te beheren (2) hij zal voornoemde zaken niet vervreemden van het Sticht (3) hij zal voornoemde zaken nooit in onderpand geven (4) hij zal voornoemde zaken bij overlijden of overplaatsing van de bisschop alleen aan een landsheer overdragen wanneer deze aan de drie steden een soortgelijke akte als deze heeft gegeven met betrekking tot Kuinre (5) hij zal Salland en Vollenhove tegen roof en brandschatting en de burgers van de drie steden te water en te zee beschermen.
Postulaat Rudolf van Diepenholt draagt Esken ten Velcamp de bergvrede geheten de Veenbrugge met toebehoren op om die als kastelein te besturen zoals zijn voorganger, Frederik van Diffelt, dat heeft gedaan. Esken heeft 173 gulden aan Frederik afbetaald, welke onder de vorige bisschop Frederik van Blankenheim vertimmerd zijn. Esken wordt niet binnen zes jaar afgezet. Daarna kan hij pas worden afgezet als de som is terugbetaald (uitgebreid regest Tijdrekenkundig Register F p. 254-255).
Datering
10-10-1427
Bron
ZR III nr. 1356.
Kuinre
10-10-1427
ZR III nr. 1357, 1358.
Venebrugge
10-03-1429
UA BA nr. 372.I fol. 42 vs.
B
699