Page 699 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout

Bijlagen
Kasteel
Geen sloten verpanden
Coevorden
Arkelstein Kuinre
Waardenborg Vollenhove
Vollenhove
Vollenhove
Inhoud
Bisschop Frederik van Blankenheim mag ambten en inkomsten aan beide zijden van de IJssel verpanden, maar niet de sloten. De verpanding is onder andere nodig voor het afbetalen van de schulden voor de bouw van kasteel Kuinre, het beleg van Neuenhaus en het onderhoud van alle bisschoppelijke kastelen
De drie Sallandse hoofdsteden stemmen ermee in dat de pas aangestelde bewaarder van kasteel Coevorden, Frederik van Hekeren, het kasteel en het ambt Coevorden in onderpand krijgt totdat de 250 oude schilden, die Frederik aan de vorige bewaarder heeft betaald en ooit zijn gebruikt voor de bouw en onderhoud van het kasteel, zijn afgelost. Frederik mag daarvoor jaarlijks 50 oude schilden achterhouden uit de inkomsten van het ambt Coevorden.
Deric die Zuer Helmichsoen geeft zijn ambtbrief als ambtman van Salland en kastelein van Arkelstein over.
Willem Tyasen belooft de drie Sallandse hoofdsteden om de hem als kastelein en burggraaf van Kuinre te hunnen behoeve opgelegde verplichtingen na te zullen komen.
Schepenen en raden van Deventer geven een nadere verklaring op de brief, die Egbert van den Rutenberge hun heeft gegeven wegens zijn aanneming van het huis en het weggeld te Holten.
Bisschop Frederik van Blankenheim verklaart aan Willem Hertcamp, schout te Giethoorn, schuldig te zijn wegens geleend geld 34 oude Franse schilden en 45 Gelderse Wilhelmus guldens, betaald tot lossing van huis en ambt Vollenhove onder bisschop Floris van Wevelinkhoven.
De postulaat Rudolf van Diepenholt belooft aan de drie Sallandse hoofdsteden om geen kastelein en ambtman op het huis Vollenhove aan te stellen zolang deze ook niet aan de drie steden trouw heeft gezworen. Ook belooft Rudolf dat het huis en slot nooit verpand zullen worden, waardoor ze van het Sticht zouden kunnen ontvreemden.
De postulaat Rudolf van Diepenholt verklaart dat Pelgrim van den Rutenberg, voormalig kastelein te Vollenhove, in tegenwoordigheid van de ridderschap van Salland en de drie Sallandse steden, verantwoording van het door hem gevoerde financiële beleid heeft afgelegd. De postulaat zal op een tijdstip, door de ridderschap en steden te bepalen, ten aanzien van Pelgrim handelen zoals zij dit wensen.
Datering
01-06-1420
24-07-1420
22-04-1421 03-08-1421
26-05-1423
09-06-1423
02-11-1424
04-11-1424
Bron
RBU II 2130.
ZR II nr. 1180.
ZR II nr. 1196.
UA BA nr. 2 fol. 277.
OO II A 2773, zie aantekenin- gen aldaar.
UA BA nr. 372.I fol. 155.
ZR II nr. 1281.
ZR II nr. 1283.
B
697