Page 698 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 698

                                Bijlagen
   Kasteel
Blankenham/ bergvrede in dem Hamme
Neuenhaus
Neuenhaus Neuenhaus
Inhoud
Bisschop Frederik van Blankenheim verklaart dat hij Pelgrim van den Rutenberg het schoutambt van het kerspel Blankenham met de bergvrede in de Hamme heeft opgedragen, evenals het dijkambt van de kerspelen IJsselham en Blankenham.
Bisschop Frederik van Blankenheim geeft de drie Sallandse hoofdsteden, die hem hebben geholpen Neuenhaus en het kerspel Uelsen aan het Sticht te brengen, waarborgen omtrent het ambtmanschap aldaar en geeft hun vrijdom van tol.
Bisschop Frederik van Blankenheim maakt voor het geval Everwijn van Guterswijc Neuenhaus bepalingen over de bestemming van te ontvangen 8300 Overlandse Rijnse guldens.
Wolter van Coevorden verklaart in aanwezigheid van diverse edellieden tegenover de drie Sallandse hoofdsteden dat hij (1) zich als ambtman en kastelein van bisschop Frederik van Blankenheim betreffende Neuenhaus zal houden aan hetgeen tussen de drie steden en de bisschop is overeengekomen (2) hij belooft bij ede aan de burgemeesters van de drie steden het huis getrouw ten behoeve van het Sticht te zullen bewaren (3) hij zal Neuenhaus na overlijden of overplaatsing van de bisschop aan niemand overdragen dan nadat diegene aan de drie steden een soortgelijke akte als deze heeft gegeven (4) hij zal Neuenhaus niet aan een andere ambtman of kastelein overdragen dan nadat deze bij akte hetzelfde beloofd zal hebben als in deze akte staat (5) hij zal de bewoners van Salland en Twente tegen beroving, brandstichting en andere gewelddadigheden beschermen.
Bisschop Frederik van Blankenheim krijgt het kasteel Neuenhaus en het kerspel Uelzen in pand van Everwijn van Guterswijc totdat Everwijn de pandsom van 8000 Rijnslandse Overlandse guldens heeft terugbetaald binnen vijf jaar.
Bisschop Frederik van Blankenheim verpandt aan de steden Kampen en Zwolle het ambt van dijkgraaf van Mastenbroek voor 80 oude schilden, die zij ten behoeve van de bisschop aan de vroegere dijkgraaf Johan ter Haeselt hebben betaald, en verbindt voor die schuld het Huis te Vollenhove.
Bisschop Frederik van Blankenheim draagt aan Wolter Morriaen en Huge Gheije het ambt van Mastenbroek op, met name het ambt van Kampen, Kamperveen, IJsselmuiden, Genemuiden, Wilsem en Ense. Zij worden tevens gezet in het ambt en huis van Vollenhove met bevel aan Pelgrim van den Rutenberg, schout en kastelein aldaar, om ambt en huis niet aan zijn opvolger over te geven voordat zij ten volle zijn gekweten.
Bisschop Frederik van Blankenheim heeft met toestemming van de drie Sallandse hoofdsteden en de wijsheid van Drenthe Frederik van Hekeren geheten van Rechteren aangesteld als bewaarder van het kasteel en de stad Coevorden en het ambt Drenthe
Datering
04-06-1418
04-06-1418
05-06-1418
na 04-06- 1418
Bron
Racer VI, 312.
ZR II nr. 1106.
ZR II nr. 1108.
ZR II nr. 1107.
   696
Neuenhaus
Vollenhove
Vollenhove
Coevorden
26-05-1418
09-02-1419
24-06-1419
26-06-1420
Racer II: 203-205.
ZR II nr. 1135.
UA BA nr. 371 fol. 255.
ZR II nr. 1177.






























































   696   697   698   699   700