Page 517 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 517

                                Wie was deze Ludiken van Eerde en hoe komt hij aan grond in het in 1364 verdeelde Mastenbroek? Antwoord op de eerste vraag valt met de huidige stand van kennis niet te geven. Ludiken wordt namelijk in de studies naar de familie Van Eerde en de aanverwante families Reding en Van Essen niet opgemerkt.556 Gezien de toenaam Van Eerde is het aannemelijk dat Ludiken familie was van erfdochter Margriet van Eerde, die met Evert van Essen was gehuwd. De enige andere historische vermelding van een Ludiken van Eerde vinden we in de bisschoppelijke leenprotocollen. Rond 1379 was hij door de bisschop beleend met een goed binnen het schependom van het Gelderse stadje Hattem: ‘Dat goet dat Dirix van Heten plach te wesen, mit al synen toebehoren, ghelegen in den kerspel van Hattem.’557
Waarom Ludiken aanspraak maakte op een slag in Mastenbroek valt niet te herleiden. De historici Van der Pas en Zeiler hebben aan de hand van een grondregister uit 1390 geprobeerd om te reconstrueren hoe de Mastenbroek verdeeld was onder verschillende belanghebbenden in 1364.558 In hun reconstructie vinden we echter geen belanghebbende genaamd Ludiken van Eerde, of een ander persoon met de toenaam Van Eerde. Wanneer we kijken naar degenen die aanspraken op de Mastenbroek maakten, valt op dat slechts drie adellijke heren direct recht hebben op het gebruik van de slagen, namelijk Wolter van Voorst, Bertold van Haersolte en Frederik van der Eeze. De andere rechthebbenden zijn de omliggende steden en de kerspelburen.
Ludiken kan zijn aandeel hebben geruild of verkocht. Maar we mogen ook niet uitsluiten dat dit door overerving bij een andere adellijke lijn is terechtgekomen, of dat Ludiken zijn goed als bruidsschat heeft gekregen. Een kleine aanwijzing voor mogelijk verwantschap vinden we in de leenprotocollen. Het goed dat Ludiken in leen hield van de bisschop van Utrecht kwam na zijn dood in handen van Werner Bast, die weer werd opgevolgd door Machoris van Oldeneel. Bast komen we niet tegen in de Mastenbroek als belanghebbende, maar de kerspelburen Van Oldeneel bezaten in de Mastenbroek grond.
Mensinge
Aan de zuidkant van het dorp Roden staat het huis Mensinge. Het erve Mensingegoed bestond al in de middeleeuwen en moet ergens tussen circa 1379 en 1557 zijn uitgegroeid tot adellijk huis. De bouwers hebben gekozen voor een hoger gelegen grondmorene- opduiking als ondergrond. Direct naast het huis ligt een weg en op ongeveer 230 meter ten zuiden een beekdal.
Geografische coördinaten: X 225.130 / Y 572.460 Naam: Mensinge
Provincie: Drenthe
Gemeente: Noordenveld
Toponiem: Mensinge C Datering: vóór 1480
Oudst bekende functie: mogelijk kasteel leenman
Archeologie: Er is nooit archeologisch onderzoek verricht naar Mensinge. Bos et al. menen
dat op oude luchtfoto’s aan het Steenbergerdiep een mogelijke voorganger van Mensinge te zien is, maar zij geven geen verwijzing naar een luchtfoto.559 Tot op heden is de locatie van de door hun beschreven structuur niet gevonden.
Bouwgeschiedenis: -
Iconografie: -
Geschiedenis: De naam Mensingegoed kan zijn afgeleid van de mannelijke voornaam Menzo. Deze naam komen we veelvuldig tegen onder leden van de Groningse prefectenfamilie,
Catalogus
 556 Beelaerts van Blokland 1931; Schaap 1966; Schutte 1967.
557 Eijken 1995: nr. 1802.
558 Van der Pas & Zeiler 1995: 63.
559 Bos et al. 1989: 406-407 Navraag bij de historische vereniging Norg heeft geen resultaten opgeleverd.
515
 













































































   515   516   517   518   519