Page 407 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 407
Door deze werkwijze was het mogelijk de sites in het Oversticht, die aan de in hoofdstuk 1 opgestelde criteria voldoen, in een faseringsmodel te plaatsen (paragraaf 3.5). Dit model biedt een referentiekader om kasteelterreinen nauwkeuriger te duiden binnen een breed scala aan kenmerken. Het laat tevens zien dat er duidelijke chronologische ontwikkelingen zijn waar te nemen. De bouwheer, het politieke klimaat, de vorm, functies en landschappelijke ligging zijn daarin bepalend geweest. Juist omdat er zoveel variatie is, kan nauwelijks een grootste gemene deler voor alle bekende kasteelterreinen worden vastgesteld. Ieder kasteel is een reflectie van de wensen van zijn bouwheer in maatschappelijk en landschappelijk uiteenlopende omstandigheden. Kastelen laten zich niet eenduidig vatten in een typologie. Het is daarom niet mogelijk een strikte definitie van het kasteel te geven. Het verdient aanbeveling bij toekomstig onderzoek een brede werkdefinitie te hanteren om meer inzicht te verwerven in de achtergrond van de bouw van sites met defensiearchitectuur vanuit verschillende invalshoeken.
We komen met een dergelijk uitgangspunt dichter bij de ideeën die de middeleeuwers zelf hadden over deze bouwwerken. Zo hebben we bijvoorbeeld kunnen vaststellen dat de bisschop en de drie Sallandse hoofdsteden versterkte edelmanswoningen in de tweede helft van de veertiende eeuw als een gevaar beschouwden. Zoals gezegd ervoeren zij destijds niet alleen de hoofdburcht, maar ook de omringde verdedigingswerken en hun lage ligging als bedreigend. Het gaat hier onder meer om meervoudige wallen- en grachtenstelsels, voorburchten en bolwerken om kastelen.66
Deze constatering heeft gevolgen voor de in de Nederlandse kastelenkunde algemeen gehanteerde einddatum van kastelen. Volgens de gangbare visie verloren kastelen rond
1450 steeds meer hun militaire functie als gevolg van de snelle ontwikkeling van vuurgeschut waarmee belegeraars muren van burchten kapot konden maken.67 In hoofdstuk 1 hebben we
daarom onder meer gekozen voor 1450 als einddatering, maar hebben ons daarbij ook de
vraag gesteld of deze datering voor het onderzoeksgebied wel kan worden gehandhaafd.
Uit de studie naar het Overstichtse kastelenlandschap is nu gebleken dat dit laatste niet het
geval is en de eindtermijn van 1450 nuance behoeft. Tijdens het onderzoek bleek immers dat
de bisschop en de Sallandse hoofdsteden het de Overstichtse adel vanaf 1350 en vooral na
1400 niet toestonden om een bepaalde mate van militaire functionaliteit in adellijke huizen
te gebruiken. Deze regelgeving moet dus hebben geresulteerd in een nieuwe morfologische ontwikkeling van kastelen tot adellijke residenties waarbij de militair-functionele architectuur
een bescheiden of geen rol meer speelde. De bisschop en de drie Sallandse steden hielden
namelijk nauwlettend toezicht op de nieuwbouw en verbouw van adellijke huizen om te 6 voorkomen dat edellieden alsnog te veel functionele verdedigingsarchitectuur zouden gebruiken. Dit inzicht betekent dat de verandering in morfologie van adellijke huizen niet
zozeer een gevolg was van beter wordend vuurgeschut, maar van maatregelen die al honderd jaar voor 1450 waren genomen. Hoewel de edelen door deze politieke ontwikkeling de vorm van hun huizen moesten afstemmen met de bisschop en de Sallandse steden, ging de traditie van de bouw van representatieve huizen ook na 1450 gewoon door.
Duidelijker is de grens van 1450 als einddatering voor de bouw of aankoop van bisschoppelijke kastelen. Er zijn geen aanwijzingen dat de bisschop nadien nog kastelen heeft verworven of laten bouwen in het Oversticht. In die tijd had de bisschop een balans bereikt in zijn kastelenpolitiek: hij gebruikte ambtskastelen en grenskastelen als instrumenten om de interne orde te waarborgen en het Oversticht te beschermen tegen dreigingen van buitenaf.
Wat levert het model van kasteellandschap nu op voor toekomstige studies? Door onderzoek te verrichten waarin eenzelfde soort aanpak wordt gehanteerd kan een beter beeld worden
66 Eerder deden verschillende onderzoekers pogingen om kastelen met meervoudige wallen- en grachtenstelsels te duiden. Zie bijvoorbeeld Spiekhout 2012; Van Doesburg et al. 2017b. Ons proefschrift heeft nieuwe gegevens opgeleverd over de functie van dit soort terreinen. Meervoudige omwallingen en omgrachtingen duiden niet op een specifiek kasteeltype. Ze werden om verschillende typen hoofd- en voorburchten aangelegd omdat de eigenaar militair-functionele verdedigingsarchitectuur wenste. Zie de paragrafen 3.5 en 3.6 voor een uitgebreide uiteenzetting.
67 Janssen 1996.
Conclusie
405