Page 333 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 333

                                ontwaterd waren. De grootste barrière kwam men tegen bij de natte vliergebieden rondom de stuwwal vanwege de slappe veengronden aldaar en de zeer hoge grondwaterstanden gedurende een groot deel van het jaar. Het moet voor de reiziger uiterst lastig zijn geweest om deze vlieren te doorkruisen, ook al omdat deze in het winterhalfjaar vaak maandenlang onder water stonden.
Het is in dit licht gezien zeker niet toevallig dat zowel Goor als Diepenheim-II zijn gebouwd ter plekke van twee van de zeldzame oost-west passages die reizigers door de zeer uitgestrekte noord-zuid lopende gordel van broek- en vliergebieden van Twente konden leiden (figuur 5.19). Opvallend is dat wat verder naar het zuiden ook bij Westervlier een dergelijke doorgang lag, hoewel hier voor zover wij weten geen kasteel stond in de volle middeleeuwen.
De route die Deventer met het Sticht Munster en Bentheim verbond, bevat een belangrijke passage. Vanaf Markelo ging deze weg over de stuwwal naar het dekzandlandschap van Goor. Op de plek waar de natte zone tussen de stuwwal en de dichtstbijzijnde dekzandrug moest worden doorkruist, heeft men een verhoogde weg aangelegd, de zogenoemde Bandijk. De oudste vermelding van deze weg dateert uit de veertiende eeuw.193 De Bandijk was dusdanig belangrijk dat bisschop Jan van Virneburg de onderhoudsplicht ervan schriftelijk heeft vastgelegd.194 Virneburg bepaalde dat het water niet over de weg mocht stromen. De weg moest ook zo breed zijn dat de bisschop met twee ruiters naast hem eroverheen kon rijden, wat neerkomt op tenminste 2 tot 2,5 meter. Bijna alle marken in Twente – behalve Driene, Notter, Olde Ootmarsum, Vasser, Mander, Tilligte en Agelo – waren verplicht om de Bandijk te onderhouden, opnieuw een duidelijk teken van het grote interregionale belang van deze middeleeuwse route.195
Ten zuiden van deze oversteekplaats lag ter hoogte van Diepenheim een tweede mogelijkheid
om vanaf de stuwwal naar het dekzandlandschap te komen. Het gaat om een route die over
de stuwwal vanaf Markelo in het westen in zuidoostelijke richting door Stockum voerde om vervolgens direct ten noorden van kasteel Diepenheim het dekzandlandschap in te gaan.
Op deze plek ligt namelijk een paraboolduin waardoor de oversteek door de natte vlieren eenvoudiger gemaakt kon worden. Daarna splitst de weg zich in tweeën: de reiziger kon over 5 de grotere dekzandruggen in noordelijke richting naar Goor reizen, in zuidelijke richting naar
Borculo, Gelre en Munsterland of in oostelijke richting door Diepenheim naar Haaksbergen. In alle gevallen volgde de weg het tracé van de grotere dekzandruggen, behalve op plekken waar men dit in latere perioden heeft aangepast. Deze tracés zijn te herkennen aan de rechte stukken weg die door grote delen van het broekgebied gaan.
Een derde punt waar men vanaf de stuwwal naar het dekzandlandschap kon reizen ligt ten zuiden van Diepenheim ter hoogte van Westervlier. Deze route ging over de stuwwal vanaf Markelo gezien langs Stockum en kwam aan bij Westervlier, waar de afstand tussen de stuwwal en een langgerekte dekzandrug zeer gering was. Deze verbinding kwam uit op dezelfde weg die vanaf Goor langs Diepenheim voerde en vervolgens doorging richting Borculo.
Wegen en kastelen
Wanneer we de ligging van de oudste kastelen in ons studiegebied relateren aan het hierboven behandelde wegenpatroon, blijken zowel Goor als Diepenheim-II te zijn gebouwd nabij plekken waar de enige mogelijkheden voor passage van de natte broek- en vliergebieden waren. Een dergelijke ligging maakte het mogelijk om vrijwel al het doorgaande verkeer in deze regio te controleren, wat zowel militair-defensieve als economisch voordelen bood.
Het eerste kasteel Diepenheim lag nabij de kruising van de weg tussen Diepenheim over de Molenbeek heen richting Haaksbergen in het oosten. Een relatie tussen weg en kasteel lijkt ook hier voor de hand te liggen. Toch moeten we met zo’n conclusie voorzichtig zijn, want we
193 Ten Doesschate 1935: 26.
194 Snuif 1911: 90.
195 Snuif 1911: 90.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
 331
 

















































































   331   332   333   334   335