Page 314 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 314

                                Hoofdstuk 5
Zowel Ten Doesschate als Woolderink gaan ervan uit dat de hof Goor altijd op dezelfde plek heeft gelegen. Maar als we naar de situering van de hoflanden van de hof kijken, zoals die door Woolderink zelf is gereconstrueerd (figuur 5.10), kunnen we opmerken dat de hof niet bij de landerijen ligt maar op een relatief klein perceel binnen de stad.132 Wanneer de waarnemingen van Verlinde kloppen zou het mijns inziens goed mogelijk zijn dat de hof Goor na de aanleg van Het Schild is verplaatst naar binnen de stadsgrachten.
De architectuurhistoricus Rutte heeft in zijn proefschrift de stadstichting van Goor in een breder kader van stedenpolitiek en stadsplanning van de Utrechtse bisschoppen geprobeerd te plaatsen.133 Volgens hem zou het stadje Het Schild de functie van kasteel Goor hebben vervangen en was dus het kasteel zelf, dat door de graaf van Gelre zou zijn verwoest, niet meer nodig. Goor zou vergelijkbaar zijn met de stad Rijssen en het daarbij gelegen kasteel Bevervoorde, waar de stad de functie van het bisschoppelijk kasteel heeft overgenomen. Rutte gaat echter volledig voorbij aan het feit dat kasteel Goor tot aan het begin van de vijftiende eeuw als bisschoppelijk kasteel heeft gefunctioneerd. Ook zijn vergelijking met Rijssen is niet op haar plaats, want zoals we in het voorgaande hoofdstuk hebben gelezen, bestaat er weliswaar een kasteel Bevervoorde, maar is dit geen bisschoppelijk kasteel. De theorie dat de bisschoppen van Utrecht in het Oversticht hebben geprobeerd een kasteel te vervangen door een stad moet mijns inziens daarom worden verworpen.
Figuur 5.10: De landerijen van de hof te Goor, ingetekend naar analoog kopie van Woolderink. Hij heeft de ligging kunnen reconstrueren aan de hand van de domeinkaarten uit de zeventiende eeuw. De hof lag toen in de stad Het Schild, maar de landerijen lagen daarbuiten. Het perceel in de gracht zal waarschijnlijk pas na demping daarvan aan de hof Goor zijn toegewezen.
132 De reconstructie is gebaseerd op analoge documentatie van Woolderink.
133 Rutte 2002: 108, 114.
312
  



























































































   312   313   314   315   316