Page 311 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 311

                                Wanneer we de tot dusverre bekende archeologische waarnemingen uit de database ARCHIS (bijlagen 5.8 t/m 5.11) op de landschapstypenkaart projecteren, zien we dat prehistorische vindplaatsen in het stuwwallandschap vooral voorkomen op de stuwwal. De meerderheid van deze vindplaatsen dateert van het neolithicum tot aan de ijzertijd. Het gaat voornamelijk om vondsten van grafheuvels en nederzettingen. Uit onderzoek van de archeoloog Bert Groenewoudt naar het natuurgebied De Borkeld bij Holten, dat direct ten westen ligt van Zuidwest-Twente, blijkt dat prehistorische bewoning vooral te vinden is aan de randzone van het keileemplateau op de stuwwal.123 Vondsten die uit de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen dateren zijn weinig op de stuwwal aangetroffen. Op de Herikerberg heeft hoogstwaarschijnlijk een vroegmiddeleeuws grafveld gelegen.124 In de volle en late middeleeuwen concentreert de bewoning zich langs de flanken van de stuwwallen op de gordeldekzandruggen in plaats van op de stuwwalplateaus, waar juist nauwelijks archeologische waarnemingen van bekend zijn in deze periode.
5
309
Figuur 5.8: Boerderijlocaties in het studiegebied Goor-Diepenheim omstreeks 1400, geprojecteerd op een reconstructie van de natuurlijke ondergrond. In het stuwwallandschap links ligt de meerderheid van de boerderijen op de lage flanken en gordeldekzandruggen van de stuwwallen. In het dekzandlandschap rechts liggen de boerderijen op de flanken van de dekzandruggen.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
  123 Groenewoudt 1989, 314.
124 Zie datadump Archis II WNG 1053, WNG 22200, WNG 4836 en WNG 24147.
 



























































































   309   310   311   312   313