Page 125 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 125

                                kasteel Laar te nemen, kon hij over de Regge varen. Vanaf Laar gezien zou diegene langs Eerde, Rhaan, Ter Molen, Den Dam, Grimberg en Koohorst zijn gekomen. Ter hoogte van Enter kon hij doorvaren naar Goor en Diepenheim. Dit tracé tussen Enter en Westervlier was echter een gegraven waterloop.227
Anders dan bij de Regge en de Vecht lagen langs de IJssel maar relatief weinig kastelen,
namelijk stroomopwaarts gezien vanaf Kampen het kasteel Buckhorst, het Bolwerk-Deventer
en de Yperenberg. Misschien dat het kasteel van Van Westenrode, indien dit op het goed 2 Westenrode was gebouwd, ook aan de IJssel heeft gelegen. De andere kastelen in de buurt
van deze rivier, zoals Voorst-III, Werkeren en Hoenlo, liggen te ver van het water af om te
spreken van een duidelijk verband.
Het afwateringssysteem van het Drents Plateau, bestaande uit de waterlopen De Tjonger/ Kuinder, de Linde, de Steenwijker Aa, de Sethe/Meppelerdiep en hun bovenlopen, vertoont tevens een duidelijke relatie met de ligging van kastelen. De terreinen Echten, Vledderinge, Oldenhave, Borgbarchien, Ansen, Oldengaerde, Wittesheuvel, Wittelte-II, Batinge, Steenwijk en Eese zijn namelijk aan de randen van het Drents plateau in of vlakbij deze waterlopen gesitueerd. Het oeversysteem van voornoemde riviertjes mondde rond het jaar 1000 uit in het Almere. De kustlijn van Noordwest-Overijssel lag toen nog veel westelijker. Rond de tiende eeuw liep de Kuinder/Tjonger langs Kuinre, dat toen nog geen Zuiderzeekust was, in zuidwestelijke richting om waarschijnlijk bij Blokzijl aan te sluiten op een benedenstroom van de Steenwijker Aa. Het water kreeg voorbij Vollenhove aansluiting met dat van de Vecht-IJssel-Nagele.228 Toen aan het einde van de twaalfde of het begin van de dertiende eeuw de zee doorbrak in het Almere, schoof de kustlijn meer naar het oosten op als gevolg van landsafslag. De eerste burcht van Kuinre lag bij de nieuwe monding van de Kuinre/ Tjonger in de Zuiderzee. Waarschijnlijk heeft de bisschop dit kasteel laten bouwen nadat de oude loop tussen Kuinre en Blokzijl al buitendijks was komen te liggen. De monding van de Kuinder vormde vanaf dat moment een nieuwe toegangspoort naar de binnenlanden van het Oversticht. Het kasteel Vollenhove kwam als gevolg van het oprukkende water ook aan zee te liggen. De kustafslag leidde er zelfs toe dat de eerste burcht van Kuinre rond het laatste kwart van de veertiende eeuw moest worden opgegeven. Meer landinwaarts liet de burggraaf van Kuinre een nieuwe burcht bouwen ter vervanging. Ook dit kasteel is uiteindelijk door de zee verzwolgen. Het iets zuidelijker gelegen vijftiende-eeuwse kasteel Blankenham onderging waarschijnlijk hetzelfde lot.
Rondom de stad Groningen is ook een duidelijke relatie waarneembaar tussen de ligging van kastelen en waterlopen. De stad wordt aan zowel de west- als oostkant omsloten door riviertjes die water vanaf het zuidelijk gelegen Drents plateau afvoeren naar zee. Aan de westzijde van de stad stroomt de Drentse Aa. Daar liggen Glimmen-II, Hemmen en waarschijnlijk ook Zernike. Het riviertje de Hunze stroomt aan de oostzijde. Daar liggen de burchten Ammerckehorn, Gronenburg, Elba, Cortinghuis en Selwerd.
Voornoemde rivieren hebben allen een natuurlijke oorsprong. In het Oversticht komen ook waterlopen voor die deels of volledig door mensenhanden zijn aangelegd. Zulke beken zijn te herkennen aan hun rechte karakter. De meest in het oog springende relatie is die tussen de door Deventernaren gegraven Schipbeek en de kastelen het Koerhuis, de Swormertoren en Arkelstein. Daarnaast zien we dat er tal van kastelen in de buurt van kleinere beken liggen. Tot op heden is er weinig onderzoek verricht naar de ouderdom daarvan. Het is vanwege de omvang van een dergelijke studie niet mogelijk om op territoriaal niveau te onderzoeken wanneer alle Overstichtse gegraven waterlopen zijn aangelegd. We konden dit wel voor Zuidwest-Twente vaststellen. Daaruit blijkt dat juist ten tijde van het bestaan van de kastelen de waterhuishouding ingrijpend is veranderd. Alle waterlopen in dit gebied zijn door mensen aangelegd en aangepast gedurende de volle en late middeleeuwen.229 We moeten er dus rekening mee houden dat ook in andere gebieden de waterhuishouding is aangepast.
227 Zie hoofdstuk 5.
228 Mol 2011: 49-55. Hoe precies de Kuinder/Tjonger tussen Kuinre en Blokzijl heeft gelopen is nu onduidelijk, aangezien het geulensysteem is uitgewist door de Zuiderzee.
229 Zie hoofdstuk 5.
Het fysieke territoriale landschap
 123
 




















































































   123   124   125   126   127