Page 121 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 121
De ligging van kasteelterreinen ten opzichte van de terreinvormen Aantal Overgang
3R7/3K14 Beekdalbodem met meanderruggen en -geulen / dekzandrug (+/- oud 2 bouwlanddek)
1 2 2R5/1R4 Beekdalbodem, zonder veen, relatief laaggelegen / beekdalbodem met 1
dekzand (+/- opgevulde smeltwaterdalen)
veen
4K14/3N4 Dekzandrug (+/- oud bouwland) / laagte zonder randwal, moerassig 1
4K16/2R2 Gordeldekzandrug (+/- oud bouwlanddek) / dalvormige laagte, zonder 1 veen
4K6/3L2 Grondmoreneglooiing, bedekt met dekzand (+/- opgevulde 1 smeltwaterdalen) / grondmorene (+/- welvingen, hooggelegen)
3L2A/1R4 Grondmorene (+/- welvingen, hooggelegen) / beekdalbodem met veen 1 2M9/3K16 Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden / gordeldekzandrug (=/- oud 1 bouwlanddek)
3L6/4E3 Gordeldekzandwelvingen (+/- oud bouwlanddek) / smeltwaterterras )kame), 1 zwak matig golvend
4L14/2R11 Meanderruggen en - geulen / geul van meanderd afwateringsstelsel 1 3L5/2M24 Dekzandruggen (+/- oud bouwlanddek) / beekoverstromingsvlakte 1
Tabel. 2.3. De ligging van de Overstichtse kasteelterreinen ten opzichte van de terreinvormen. Dit kon voor 92 kasteelterreinen worden vastgesteld.
Terreinvormen behorende tot het keileem- en dekzandlandschap waren erg in trek, waarschijnlijk vanwege de stevige ondergrond die geschikt was om stevig te funderen. De kasteelterreinen Rutenberg (3K14), Arkelstein (3L5), Beerse (3K14), Borggreve (3K14), Diepenheim-II (3K14), Eerde (3L5), Gerner (3K14), Grimberg (3L5), Haersolte (4K14), Heeckeren (3L5), Hengelo (3L5), Hondeborg-Zenderen (3K18), Hunenborg (3K14), Kevelham (3L5), Koohorst (3K18), Kranenburg (3L5), Krijtenberg (3K14), Nijenhuis-Wijhe (3L5) en Pekkedam (3L5) zijn namelijk op dekzandruggen gebouwd. Wanneer we de locatiekeuze nauwkeuriger bekijken blijkt wel dat deze sites veelal aan de lagere flanken van de dekzandruggen liggen. Echter, drie kasteelterreinen liggen toch meer in het midden van een dekzandrug, namelijk Gerner, Grimberg en de Kranenburg. Betreffende Gerner moet wel de kanttekening worden gemaakt dat uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het oorspronkelijke huis waarschijnlijk 50 m à 100 m ten westen van het huidige huis lag.226 Voor Grimberg en Kranenburg zijn geen aanwijzingen gevonden dat ze zijn verplaatst.
Net als bij het keileem-en dekzandlandschap lagen in het stuwwal- en smeltwaterlandschap de terreinen het Bolwerk bij Noordlaren (4K1), Echten (3L2a), Hölterhof, Mensinge (3L2), Ter Hansouwe (3L2), Twickel (3L2a), Vollenhove en Wittesheuvel (3L2a) ook aan de flanken. De Eese (11B6), Waardenborg (11B3) en de Duivelshof (3K16) lagen daarentegen hoger op de stuwwal.
In het getijdenlandschap treffen we de kasteelterreinen Cortinghuis (1M35), Elba (1M35), Gronenburg (1M35), Selwerd (1M35) en Zernike aan (1M35). Kuinre-I en Kuinre-II liggen beide op een kustduinglooiing (3H13), maar deze afzetting is pas gevormd nadat de kastelen werden verzwolgen door de zee; de kaart weerspiegelt dus niet de middeleeuwse locatiekeuze.
Het Bolwerk bij Deventer (4L15), Buckhorst (3K25), Den Doorn (3K25), Rechteren (2M25) en Zuthem (1M23) zijn alle gebouwd in het rivierenlandschap. Slechts één kasteel lag in het voormalig hoogveenlandschap, namelijk Wolfsbarge (2M44).
Het fysieke territoriale landschap
2M4/3L2A Vlakte van grondmorene (+/- welvingen) / grondmorenewelvingen (=/- 1 welvingen, hooggelegen)
3K14/2M24 Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek) / beekoverstromingsvlakte 1 3K14/4K6 Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek) / grondmoreneglooiing, bedekt met
226 Verlinde & Van Beek 1976: 28-29.
119