Page 110 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 110
Hoofdstuk 2
Funderingstechnieken
Veel beter dan over het opgaande muurwerk zijn we geïnformeerd over de manier waarop de Overstichtse kastelenbouwers de kastelen fundeerden. Dat komt omdat men funderingen diep in de grond groef. We kunnen de volgende funderingstechnieken onderscheiden:
(1) ingeheide palenrasters en spaarbogen;
(2) grondverbetering met of zonder spaarbogen; (3) puin- of keifundering;
(4) koud op de grond;
(5) stiepen;
(6) palen;
(7) ijzeroerblokken.
(1) Ingeheide palenrasters en spaarbogen – Deze funderingstechniek kon worden vastgesteld voor de kastelen Cortinghuis en Kuinre-I. De bouwers heiden palen binnen een houten rechthoekig raamwerk in de grond (figuur 2.19).200 De raamwerken volgden elkaar op regelmatige afstand en dienden als steunpunt voor spaarbogen. Zulke spaarbogen waren open bogen in het metselwerk bedoeld om zowel materiaal als arbeid te reduceren.201 Dit werd gedaan door minder bakstenen te gebruiken tussen de spaarbogen, terwijl op het houten raamwerk juist meer bakstenen werden aangelegd waarop de fundering steunde.
Figuur 2.19: Schematisch bovenaanzicht van een deel van de in 1919 gevonden fundamenten van het Cortinghuis. Deze spaarboogfunderingen bestonden uit een raamwerk van in de grond ingeslagen houten palen.
(2) Grondverbetering – Een andere manier om stenen gebouwen te funderen was door een funderingssleuf in te graven en die vervolgens vol te storten met stevige grond. Dit is aangetoond voor de fundering van de vermeende toren van de Gronenburg, hoewel de opgravers niet aangeven uit wat voor grond deze grondverbetering bestond.202 Een ander kasteel waarbij deze funderingstechniek werd toegepast was het bakstenen gebouw van Zernike. Volgens de archeologen bestond de grondverbetering uit zandige kleikluitjes.203
(3) Puin- of keifundering – Kastelenbouwers konden er ook voor kiezen de grondverbetering te laten bestaan uit puin of keien. Zo waren de spaarbogen van het Groningse kasteel Elba gefundeerd op twee lagen baksteenpuin waartussen een kleilaag lag van 40 centimeter.
200 Mulock Houwer 1921; Van Doesburg & De Boer 2001: 76.
201 Haslinghuis & Janse 1997: 423.
202 Spiekhout 2013: 118-129; Het zou nog lonen om in de toekomst de losse vondsten, die met zekerheid afkomstig zijn van de Gronenburg, nader te determineren om zo inzicht te verkrijgen in de gebruiksduur van het kasteel.
203 Kortekaas 2001: 16.
108