Page 298 - Secondary school students’ university readiness and their transition to university Els van Rooij
P. 298
22. Als ik een stuk tekst niet goed begrijp, lees ik het nog een keer door en probeer ik te snappen wat er staat.
23. Ik lees een moeilijke tekst op een andere manier dan een gemakkelijke tekst. 24. Voordat ik een nieuw hoofdstuk/stuk tekst ga bestuderen, blader ik het door om te zien hoe het is opgebouwd.
25. Ik stel mezelf vragen om te controleren of ik de stof goed begrijp.
26. Hoe ik iets leer hangt af van het vak en van wat de leraar belangrijk vindt.
27. Als ik iets heb gelezen voor school, heb ik later vaak geen idee meer waar het over ging. (R)
28. Bij het leren bepaal ik eerst wat ik over een onderwerp moet weten in plaats van meteen de hele tekst te bestuderen.
29. Tijdens het leren probeer ik erachter te komen welke begrippen ik niet goed begrijp.
30. Tijdens het leren stel ik doelen voor mezelf om mijn leeractiviteiten richting te geven.
31. Als ik tijdens de les iets niet goed begrijp, zoek ik later uit hoe het precies zit.
Zelfregulatie (self-regulated learning)
Tijd- en omgevingsmanagement (time and environmental management)
32. Ik leer meestal op een plek waar ik me goed kan concentreren.
33. Ik gebruik de tijd die ik heb om te leren goed.
34. Ik vind het moeilijk om me aan een studiewijzer of studieplanning te houden. (R) 35. Ik heb een vaste plek speciaal om huiswerk te maken.
36. Ik zorg ervoor dat ik elke week bijblijf met de leesstof en opdrachten.
37. Ik ga altijd naar de les.
38. Vaak heb ik het te druk met andere activiteiten of bezigheden om tijd aan school te besteden. (R)
39. Ik heb bijna nooit tijd om mijn aantekeningen of de lesstof voor een toets opnieuw door te kijken. (R)
Inzetregulatie (e ort regulation)
40. Als het huiswerk vervelend of saai is, houd ik er vaak eerder mee op dan ik van plan was. (R)
41. Ik doe erg mijn best om goede cijfers te halen, ook al vind ik de stof of een vak niet leuk.
AII
Vragenlijsten
297