Page 300 - Secondary school students’ university readiness and their transition to university Els van Rooij
P. 300
Prestatie (performance)
11. Ik vind de stof die we krijgen en/of de opdrachten die we moeten doen moeilijk. (R)
12. Ik functioneer niet goed tijdens toetsen/tentamens. (R)
13. Ik ben tevreden over hoe ik presteer hier op de universiteit.
14. Ik voel me niet slim genoeg voor deze opleiding. (R)
15. Ik gebruik mijn tijd om te studeren niet e ciënt. (R)
16. Ik vind het leuk om papers/essays te schrijven voor vakken.
17. Ik heb er moeite mee om me te concentreren tijdens het studeren. (R)
18. Het gaat niet goed met mijn inzet voor deze studie. (R)
19. Ik heb vaak opstartproblemen als ik wil gaan studeren. (R)
AII
Vragenlijsten
7 Academische aanpassing (academic adjustment; Hoofdstukken 5 en 7)
De volgende vragen gaan over hoe het op dit moment met je gaat op de universiteit en wat je van de opleiding vindt. Lees de stelling en kies in hoeverre je het ermee eens bent.
1 = helemaal mee oneens
2 = redelijk mee oneens 3 = neutraal
4 = redelijk mee eens
5 = helemaal mee eens
Motivatie (motivation)
1. Ik weet waarom ik deze opleiding doe.
2. Ik heb duidelijke academische doelen.
3. Ik vind het behalen van een universitair diploma belangrijk.
4. Ik heb zo mijn twijfels bij de waarde van een universitair diploma. (R)
5. Ik vind studeren leuk.
6. De meeste van mijn interesses zijn niet gerelateerd aan deze opleiding. (R)
Toepassing (application)
7. Ik houd de leerstof van de vakken die ik volg goed bij.
8. Ik werk niet zo hard aan mijn studie als ik zou moeten. (R) 9. Ik ben niet gemotiveerd om te studeren. (R)
10. Ik ga altijd naar college.
299