Page 289 - Secondary school students’ university readiness and their transition to university Els van Rooij
P. 289

                                Appendix II
 7. Ik wil geen wetenschapper worden. (R)
8. Ik zou graag wetenschappelijke problemen op willen lossen, alleen of samen met anderen.
9. Misschien zal ik geen grote ontdekkingen doen, maar werken in de wetenschap zou leuk zijn.
10. Werken in de wetenschap lijkt me niet leuk, want dan moet je veel te veel studeren. (R)
11. Werken in een laboratorium lijkt me leuk.
12. Ik ben nieuwsgierig naar welke wetenschappelijke dingen je allemaal kunt doen in mijn pro el.
13. Ik heb veel zin in het studeren aan de universiteit.
14. Het lijkt mij leuk om (nieuwe) wetenschappelijke kennis op te doen.
15. In mijn toekomstige baan moet het mogelijk zijn dat ik me verder kan verdiepen in een bepaald kennisgebied.
16. Ik hoop dat ik later een baan heb waarin ik ook een deel van de tijd onderzoek mag doen.
17. Ik overweeg een carrière in de wetenschap.
Wetenschappelijke motivatie (academic motivation; Hoofdstuk 7)
Lees de stelling en kies in hoeverre je het met de stelling eens bent.
1 = helemaal mee oneens 2 = redelijk mee oneens 3 = neutraal
4 = redelijk mee eens
5 = helemaal mee eens
1. Het zoeken naar nieuwe wetenschappelijke kennis is saai. (R)
2. De wetenschappelijke manier van denken verschilt erg van hoe ik denk en redeneer. (R)
3. Ik overweeg een carrière in de wetenschap.
4. Ik hoop dat ik later een baan heb waarin ik ook een deel van de tijd onderzoek mag doen.
5. Als het in een gesprek over wetenschap gaat, kan ik het meestal goed volgen.
6. Als ik het woord ‘wetenschap’ hoor, krijg ik een negatief gevoel. (R)
7. Ik vind het leuk om me te verdiepen in een wetenschap.
288










































































   287   288   289   290   291