Page 284 - Secondary school students’ university readiness and their transition to university Els van Rooij
P. 284
hoofdrol kunnen spelen in de informatieuitwisseling met universiteiten (bijv. met coördinatoren van het eerste jaar of studieadviseurs), in het bijhouden van gegevens over hoe oud-leerlingen presteren in het hoger onderwijs, en in het houden van contact met oud-leerlingen zodat hun ervaringen met de transitie kunnen worden geëvalueerd. Tevens zou het wenselijk zijn als er per sectie een leraar is die up-to-date blij over de ontwikkelingen op universiteiten in zijn of haar vakgebied en de collega’s in de sectie hierover op de hoogte houdt. Naast samenwerking zou er meer afstemming kunnen plaatsvinden tussen scholen en universiteiten wat betre de leeromgeving, zodat leerlingen alvast kunnen wennen aan en een beter beeld krijgen van universitair leren. Leraren kunnen hun reguliere lessen bijvoorbeeld afwisselen met een hoorcollege of leerlingen een opdracht geven op het niveau van het eerste jaar van de universiteit. Tot slot zou het goed zijn als huidige initiatieven van universiteiten wat betre webclasses voor scholieren worden voortgezet en uitgebouwd. Deze webclasses zijn korte online cursussen op het niveau van het eerste jaar, geleid door een universitair docent. Ze geven leerlingen niet alleen een beeld van een speci eke opleiding en helpen op die manier bij de studiekeuze, maar laten leerlingen ook ervaren hoe het is om aan de universiteit te studeren. Hierdoor dragen ze bij aan het kweken van realistische verwachtingen. Bovendien kunnen dergelijke webclasses behulpzaam zijn voor leerlingen die twijfelen tussen hbo en wo door leerlingen inzicht te geven in of het wo iets voor hen is.
Een laatste aanbeveling betre het vwo-lerarenkorps. Momenteel hebben de meeste leraren in het vwo een eerstegraads bevoegdheid die behaald is aan de universiteit, maar een aanzienlijk deel van deze leraren nadert de pensioengerechtigde lee ijd en de instroom in de universitaire lerarenopleidingen neemt af. Voor leraren met een tweedegraads bevoegdheid en leraren met een via een hbo-master behaalde eerstegraads bevoegdheid, die zelf dus niet een universitaire bachelor en master in hun vakgebied hebben behaald, is het lastiger om leerlingen voor te bereiden op de universiteit. Ten eerste zijn veel van de kenmerken van university readiness typisch dingen die een leraar kan overbrengen op zijn of haar leerlingen door ze voor te leven, te modelleren. Te denken valt aan onder andere de nieuwsgierige houding, de onderzoeksmatige manier van denken en redeneren, en kritisch denken. Leraren die zelf minstens vijf jaar (drie jaar bachelor en twee jaar master) hebben doorgebracht in een omgeving die deze elementen stimuleert zijn hier waarschijnlijk gemakkelijker toe in staat of doen dit automatisch. Daarnaast kunnen ze dankzij hun universitaire opleiding eenvoudiger
AI
Samenvatting
283