Page 255 - Breeding and regulatory opportunities, Renaud
P. 255
Samenvatting
De belangrijkste bevindingen rond de regelgevingsaspecten waren: (1)
Nieuwe organisaties, procedurele regelingen en activiteiten zijn ontstaan in
de VS, EU en Mexico ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van de
regelgeving voor biologisch zaad, met zowel positieve als negatieve resultaten;
(2) De oiciële richtlijnen voor interpretatie van de regelgeving in de VS
hebben niet voldoende handvaten geboden om uiteenlopende interpretaties
en uitvoeringen te voorkomen, en als gevolg wordt niet voldaan aan de
behoeften van een snelgroeiende economische sector; en (3) De groei van de
biologische zaadsector wordt belemmerd door onbalans in de regelgeving en
onverenigbare situaties in het handelsverkeer binnen en tussen wereldwijde
markten. Vooruitgang in de richting van harmonisatie van de regelgeving in de
biologische zaadsector tussen de drie voorbeeldlanden is traag. Het hoofdstuk
wordt afgesloten met een beoordeling van de regelgevende processen met
inbegrip van wat de landen van elkaar kunnen leren en welke lering getrokken
kan worden voor de belangrijkste aspecten van het beleid rond de regelgeving
en de uitvoering.
In deze studie waarbij de Amerikaanse biologische zaadregelgeving
is vergeleken met die van de EU en Mexico, zijn vertragingen in de
zaadsectorontwikkeling, veroorzaakt door onduidelijkheden in de regelgeving,
in elk rechtsgebied gevonden. De analyse identiiceerde de belangrijke risico’s
van handelsbelemmeringen in de biologische sector door importheingen, als
gevolg van onverenigbare regelgeving en de ongelijke ontwikkelingen om tot
100% gebruik van biologisch zaaizaad te komen. Temeer daar de EU gestaag
toewerkt naar 100% gebruik van biologisch uitgangsmateriaal, zijn er zowel
positieve als negatieve gevolgen voor de VS en Mexico. Door de meer volwassen
EU-regelgeving, wordt er meer geïnvesteerd in de biologische zaadsector met
een toenemend aantal rassen dat geproduceerd wordt of veredeld voor een
wereldwijde biologische markt. Elke van de drie voorbeeldlanden vertoonde
een verschillend vermogen van zelf-organiserende bestuur van hun zaadsector
in relatie tot de regulerende rol van de overheid. In EU-verband, is het werk
van de non-proit organisatie European Consortium for Organic Plant Breeding
(ECO–PB) instrumentaal geweest om de zaak vooruit te helpen, in combinatie
met duidelijke taal in de regelgeving en speciicatie van de interpretatieve
eisen (zoals invoering van een database van alle goedgekeurde rassen en hun
beschikbaarheid). Als men deze maatregelen vergelijkt met die in de VS, ziet
237