Page 165 - ART FORM AND MENTAL HEALTH - Ingrid Pénzes
P. 165
and social challenges of life,” conform de definitie van positieve gezondheid (Huber et al., 2016, p. 1).
Indien vervolgonderzoek de interpretatie van onze resultaten bevestigt, dan luidt de belangrijkste conclusie uit dit onderzoek dat formele elementen van het beeldend product de wijze reflecteert waarop cliënten omgaan met uitdagingen in het algemeen en meer specifiek met de specifieke context van het beeldend vormgeven en de potentiele ruimte en mogelijkheid om balans te bereiken of herstellen door de kunstvorm. Daarmee wordt de diagnostische waarde van het beeldend product inzichtelijk alsook diens rol in het proces van indicatiestelling. Het beeldend product laat zien op welke wijze een cliënt omgaat met de uitdaging van het maken van een beeldend product in een therapeutische context, oftewel de mogelijkheid om emoties en gedachten te verkennen, te experimenteren met andere coping strategieën, en het creëren van nieuwe oplossingen voor het realiseren van een nieuwe en minder verstorende balans.
Methodologische overwegingen
Er zijn verschillende methodologische sterktes en beperkingen die we hier moeten vermelden. Deze betreffen het onderzoeksdesign, de betrokken cliëntengroep, de gebruikte beeldende materialen, en de instructies die aan de cliënten zijn gegeven.
Het gebruik van een ‘mixed method’ waarin kwalitatieve en kwantitatieve data zijn geïntegreerd, heeft ons in staat gesteld om de complexe relatie tussen de kunstvorm en geestelijke gezondheid te exploreren (Zhang & Creswell, 2013). Er zijn veel perspectieven op deze relatie, en de concepten ‘kunstvorm’ en ‘geestelijke gezondheid’ blijken multidimensionaal. Met ons onderzoek hebben we ons als doel gesteld om zicht te krijgen op deze complexiteit vanuit het perspectief van zowel de praktijk als de theorie. De kwalitatieve bevindingen zijn gebruikt voor het formuleren van hypotheses, die vervolgens zijn getest middels kwantitatieve methoden, oftewel een opeenvolgend exploratief mixed method design (Creswell & Plano Clark, 2011). Zo’n benadering vraagt van de onderzoeker een beeldend therapeutische achtergrond en vraagt om erkenning van verschillen tussen beeldend therapeuten door diverse culturele, opleiding, theoretische en klinische achtergronden. Die expertise van de onderzoeker vormt tegelijkertijd een mogelijke bron van bias: de onderzoeker is vooringenomen en heeft aan een half woord genoeg . Om die potentiële bias tot een minimum te beperken, is
Nederlandse samenvatting en algemene discussie | 163
7