Page 42 -
P. 42
Hoofdstuk 11
Ook het verschil in kosteneffectiviteit is in de analyse beoordeeld (hoofdstuk 7). De IPD groep had een lagere QALY (maat voor kwaliteit uitgedrukt in geld per gezond levensjaar) in vergelijking tot de benige decompressiegroep. De kosten voor de gezondheidszorg zijn ook groter in de IPD groep en van een maatschappelijk perspectief waren de kosten (niet significant) hoger. Daarom valt niet aan te nemen dat het implanteren van IPD kosteneffectief is, dit nog los van de prijs die de industrie voor een dergelijk implantaat vraagt. Het gebruik van implantaten is daarom niet te verantwoorden.
De uitslagen van de MRIs (hoofdstuk 8) toonde een vergelijkbare uitkomst tussen de beoordelaars (goede correlatie). Echter, de mate van compressie vertoonde geen correlatie met de mate van stenose op het moment dat de MRI gemaakt werd. Bovendien is de mate van stenose ook geen voorspeller voor de mate van herstel na een eventuele operatie. Alleen als er bij patiënten op de MRI een zeer nauw kanaal (de zenuwen liggen ‘opgekruld’ of al het normaliter aanwezige vet om de zenuwen is verdwenen) zichtbaar is, dan kan deze bevinding een goede uitkomst na chirurgische behandeling voorspellen.
Conclusie:
Sinds de tweede helft van de jaren ’80 zijn medische implantaten, zoals IPDs en PIP borstimplantaten, als behandelmethode geïntroduceerd, echter, zonder wetenschappelijk overtuigende onderbouwing dat deze behandelmethode betere resultaten opleverde. Er is overigens weinig (internationaal) toezicht op de introductie van implantaten in het algemeen. Hierdoor is vaak onduidelijk voor de clinicus en burger hoe veilig en/of effectief een implantaat is. IPDs zijn meer dan 30 jaar zonder goed wetenschappelijk bewijs geïmplanteerd bij patiënten over de gehele wereld. Het onderzoek in dit proefschrift levert geen wetenschappelijk onderbouwing voor de veronderstelling dat gebruik van IPDs een superieur behandelresultaat oplevert ten opzichte van de ‘benige decompressie’ behandelmethode. Verder maakt dit proefschrift duidelijk dat gebruik van IPDs als behandelmethode alleen maar kostbaar is geweest voor de gezondheidszorg en de maatschappij. Als beroepsgroep moeten de medische stand zorgen dat de implementatie van nieuwe implantaten en technieken veiliger wordt, zonder dat vooruitgang wordt belemmerd (hoofdstuk 9). Ethisch moeten we ook hier ook bij stilstaan, want bij gebruik van behandelmethodes geldt niet: “baat het
170