Page 41 -
P. 41
(praktijkvariatie) vraagt om meer protocollen en meer kwalitatief goede vergelijkende studies van de verschillende behandelingstechnieken die gebruikt worden.
In hoofdstuk 3 worden de resultaten van een systematische literatuurstudie gepresenteerd (van voor deze studie). In de periode tot 2011 waren er twee vergelijkende studies waarin IPD behandelingen werden vergeleken met conservatieve behandeling (geen operatie of injecties) en er was een achttal beschrijvende studies die een groep patiënten (behandeld met een IPD) volgden door de tijd. Er was over het geheel een 7% kans op complicaties. Behandeling met IPD was inderdaad beter dan geen behandeling, maar vergelijkende studies met de gouden standaard waren er tot dusverre niet.
In hoofdstuk 4 wordt het protocol van de FELIX studie besproken. De veronderstelling bij de IPD behandelmethode is dat zij vooral sneller een beter resultaat geven, want een IPD implantatie zou een minder ingrijpende operatie zijn. Daarom gaat het onderzoek er vanuit dat de patiënten die loten voor IPD een beter herstel hebben na acht weken in vergelijking met de patiënten die loten voor de standaard benige decompressie. Om een verschil tussen beide behandelingsmethodes betrouwbaar te kunnen aantonen hebben we een onderzoekspopulatie van 160 patiënten nodig met klachten van neurogene claudicatio en aangetoonde lumbale kanaalstenose op de MRI. De studiepatiënten werden twee jaar vervolgd. De studie werd goedgekeurd door de ethische commissie van de vijftien deelnemende ziekenhuizen.
De resultaten na één jaar laten geen positiever effect zien van behandeling met een IPD ten opzichte van de behandeling met de benige decompressie (hoofdstuk 5). Evenmin werd met deze dubbelblinde studie het aangenomen voordeel van behandeling met een IPD ten opzichte van behandeling met benige decompressie aangetoond. Bovendien was het heroperatiepercentage veel hoger in de IPD groep (29% werd opnieuw geopereerd) ten opzichte van de benige decompressie groep (slechts 8% kreeg een tweede operatie). Ook analyse op vooraf bepaalde factoren als leeftijd gaf geen subgroep waarbij behandeling met een IPD een betere resultaat opleverde dan de gouden standaard (benige decompressie).
Op langere termijn ware de resultaten vergelijkbaar (hoofdstuk 6). Er was geen verschil tussen beide groepen. Bovendien was het aantal heroperaties in de IPD groep toegenomen. De veronderstelling dat de implantaten minder druk op de facetten zouden geven en daarmee ook minder rugpijn op de langere termijn ten opzichte van benige decompressie, bleek niet op te gaan. In de IPD groep was de rugpijn (na twee jaar) zelfs heftiger dan in de benige decompressiegroep.
Samenvatting
169
11


































































































   39   40   41   42   43