Page 176 - New epidemiological and PSMA-expression based paradigms in salivary gland tumors
P. 176
174
Epilogue
Deze casus laat dus niet alleen de maligne ontaarding van een pleiomorf adenoom zien, maar demonstreert ook dat moleculaire analyse kan helpen om een maligniteit te herkennen in het zeldzame geval van een recidief pleiomorf adenoom.
Hoofdstuk 5:
Speekselklier- en borstkliertumoren laten vergelijkbare morfologiëen zien en delen verscheidene eigenschappen, waaronder frequente overexpressie van hormoonreceptoren en een oververtegenwoordiging van vrouwen. Hoewel dit een gemeenschappelijke etiologie suggereert, is het nog onduidelijk of patiënten met een speekselkliertumor een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van borstkanker. Ons doel was om het risico op het ontwikkelen van borstkanker te bepalen bij vrouwen gediagnosticeerd met een carcinoom of pleiomorf adenoom van de speekselklier.
Borstkankerincidentie (invasief en situ) werd vastgesteld in twee landelijke cohorten: het ene omvatte 1567 vrouwen gediagnosticeerd met speekselkliercarcinoom en het andere 2083 vrouwen met een pleiomorf adenoom. De borstkankerincidentie werd vergeleken met die in de algehele populatie, gebruikmakend van gestandaardiseerde incidentie ratio (SIR). Dit borstkankerrisico werd berekend, rekening houdend met leeftijdsgroep bij speekselkliertumordiagnose, follow-up tijd en (voor de speekselklier- carcinoom patiënten) histologisch subtype. De resultaten laten zien dat de gemiddelde follow-up 7 jaar was na speekselklierkanker en 9.9 jaar na pleiomorf adenoom. Tijdens de follow-up ontwikkelden 52 patiënten met een eerder speekselkliercarcinoom en 74 patiënten met een eerder pleiomorf adenoom borstkanker. De gemiddelde tijd tot de diagnose van borstkanker was 6 jaar na speekselkliercarcinoom en 7 jaar na pleiomorf adenoom. Het cumulatieve risico bij 10 jaar follow-up was 3.1% na speekselkliercarcinoom en 3.5% na pleiomorf adenoom (95% BI 2.1-4.7% en 2.6%-4.6%, respectievelijk). De borstkankerincidentie was hiermee 1.59 keer (95% BI 1.19-2.09) hoger in het speekselkliercarcinoom cohort dan de verwachtte incidentie in de algemene populatie. Patiënten met een pleiomorf adenoom hadden een 1.48 (95% BI 1.16- 1.86) keer hogere incidentie dan de algemene populatie.
Dus, vrouwen met een speekselkliercarcinoom of pleiomorf adenoom hebben een licht verhoogd risico op BK. De omvang van het verhoogde risico vraagt om alertheid, maar is geen reden voor borstkankerscreening in deze groep patiënten.