Page 174 - New epidemiological and PSMA-expression based paradigms in salivary gland tumors
P. 174

172
Epilogue
Het afbeelden van de kleine speekselklieren is met de bovengenoemde radiologsiche technieken nooit gelukt. Bij patiënten met prostaatkanker bleek bij toeval dat deze speekselklieren sinds kort wel gevisualiseerd kunnen worden op nucleaire scans van het prostaat specifieke membraan antigen (PSMA PET/CT). Echter, aan mogelijkheden die dit biedt voor de hoofd-halsoncologie is tot voor kort weinig aandacht besteed.
In dit proefschrift zullen wetenschappelijk relevante onderwerpen over speekselklieren en speekselkliertumoren worden uitgelicht.
- Deel 1-
Hoofdstuk 2:
Hoewel het pleiomorf adenoom de meest voorkomende speekselkliertumor is, is er betrekkelijk weinig bekend over de epidemiologie, aangezien deze goedaardige tumor internationaal niet wordt geregistreerd in de landelijke kankerregistraties. Deze studie richtte zich op het in kaart brengen van incidentie, trends, secundaire maligne transformatie en factoren geassocieerd met het ontwikkelen van een recidief voor de Nederlandse populatie. Data werd geëxtraheerd uit de Nederlands Pathologie Database (PALGA) van de jaren 1992, 1997, 2002, 2007, en 2012. Er werd een multivariate analyse uitgevoerd om het risicofactoren voor optreden van een recidief vast te stellen. De zoekvraag resulteerde in 3506 patiënten met een pleiomorf adenoom, wat neerkomt op een Europees gestandaardiseerde incidentie van 4.2- 4.9 per 100,000 persoon-jaren. De studie liet een hogere incidentie bij vrouwen zien (1:1.43) met een jaarlijkse groei van 1% (95% betrouwbaarheidsinterval [BI]: 0.2-1.8) en een bimodale leeftijdsverdeling (p<0.0001). Het deel van patiënten van de totale populatie dat na 20-jaar een recidief kreeg, was 6.7%, en mediane tijd tot eerste recidief was 7 jaar. Positieve en onzekere resectiemarges alsmede een jongere leeftijd bij diagnose waren risicofactoren voor recidief, met respectievelijk een odds ratios (ORs) van 4.62 (95% BI 2.84-7.51), 4.08 (95% BI 2.24-7.43), en 0.42 (95% BI 0.29-0.63). Tumorlokalisaties in de kleinere speekselklieren hadden een lagere odds voor recidief dan tumoren in de parotisklier (OR 0.24; 95% BI: 0.07-0.77; p<0.016). Maligne transformatie ontstond in 0.15% van de pleiomorfe adenomen (3.2% van de recidieven).
Concluderend werd in deze epidemiologische studie op basis van nationale data aangetoond dat er geslachtsverschillen zijn in het voorkomen van het pleiomorf



























































































   172   173   174   175   176