Page 188 - Exploring the Potential of Self-Monitoring Kidney Function After Transplantation - Céline van Lint
P. 188

 186
Samenvatting
uitgevoerd dan de reguliere meetfrequentie in het klinisch laboratorium. Meer metingen resulteert in een betrouwbaardere trend, omdat het betrouwbaarheidsinterval kleiner wordt wanneer de wortel van het aantal uitgevoerde metingen stijgt (uitgaande van een normaalverdeling). Met meer metingen neemt de kans op het detecteren van een rejectie toe en kan, theoretisch, het aantal poliklinische afspraken veilig worden teruggebracht.
Het doel van de studie die in hoofdstuk 5 wordt beschreven was om te onderzoeken of het zelf- monitoren van nierfunctie ondersteund door een online Self-Management Support System (SMSS) kan leiden tot een reductie van het aantal poliklinische bezoeken in het eerste jaar na niertransplantatie, zonder ten koste te gaan van de kwaliteit van zorg. In totaal werden 119 patiënten verdeeld over de interventiegroep, waarin patiënten zelf hun kreatinine en bloeddruk monitorden en poliklinische en telefonische contacten werden afgewisseld, en de controlegroep, waarin patiënten de reguliere post- transplantatiezorg ontvingen. Het aantal poliklinische afspraken en de klinische uitkomsten (eGFR, bloeddruk, tevredenheid en kwaliteit van leven) van beide groepen werden met elkaar vergeleken. Voor de interventiegroep werd verder gekeken in hoeverre de kreatininetrends die thuis waren gemeten overeenkwamen met de trends zoals gemeten in het klinisch laboratorium. Verder werden 20 patiënten geïnterviewd over hun ervaring met het zelf-monitoren van nierfunctie na niertransplantatie.
De resultaten tonen aan dat zelf-monitoren tot een significante daling van het aantal poliklinische consulten kan leiden (16 en 18,5 respectievelijk voor de interventie- en controlegroep, p .007) zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van zorg, wat blijkt uit de afwezigheid van enig verschil tussen de interventie- en controlegroep voor eGFR, bloeddruk, kwaliteit van leven en tevredenheid met ontvangen zorg op 1 jaar follow-up. Een opvallende bevinding was dat het medisch personeel zich niet goed aan het protocol hield wat betreft het vervangen van poliklinische afspraken door een telefonisch consult. Dit heeft vermoedelijk geleid tot een onderschatting van het daadwerkelijke effect dat zelf- monitoren op het verminderen van het aantal poliklinische bezoeken kan hebben.
In 78% van de relevante stijgingen in kreatinineniveau (>10%) werd een vergelijkbare trend gezien tussen thuis gemeten en in het laboratorium bepaalde kreatininemetingen. Dit is 10% hoger dan wat werd gevonden in de studie die in hoofdstuk 3 staat beschreven. Uit de interviews blijkt dat patiënten erg tevreden waren: 95% raadt het zelf-monitoren van nierfunctie na transplantatie aan medepatiënten aan en 75% had het prettig gevonden om de thuismetingen ook na het eerste jaar na transplantatie voort te kunnen zetten.





























































































   186   187   188   189   190