Page 189 - Exploring the Potential of Self-Monitoring Kidney Function After Transplantation - Céline van Lint
P. 189

 Deze bevindingen leidden tot de conclusie dat het zelf-monitoren van nierfunctie na transplantatie zeer gewaardeerd wordt door patiënten en kan leiden tot een significante daling van het aantal poliklinische afspraken, zonder op kwaliteit van zorg in te boeten. Verwacht wordt dat een betere implementatie van zelf-monitoring in de post-transplantatie zorg tot een grotere daling van het aantal poliklinische afspraken kan leiden.
Hoofdstuk 6 beschrijft een studie waarin werd onderzocht in hoeverre patiënten zich aan het meetprotocol houden, hoe betrouwbaar de online geregistreerde meetwaarden zijn en of patiënten de juiste actie ondernemen wanneer hun metingen daarom vragen. Patiënten hielden zich het beste aan het protocol gedurende maand 2-4 en het minst tijdens de eerste weken van deelname: 90% respectievelijk 70% van de patiënten had minimaal driekwart van de gevraagde metingen verricht. Rond de 90% van alle kreatinine- en bloeddrukmetingen was correct in de SMSS geregistreerd. Voor de 10% kreatininemetingen waarbij gemeten en geregistreerde waarden niet overeenkwamen bleken de geregistreerde waarden significant lager dan de daadwerkelijk gemeten waarden. Dit suggereert dat patiënten waarden selecteren, wijzigen of zelfs toevoegen die tot een gunstiger kreatinineprofiel leiden.
Het automatisch gegeneerde advies werd in 53-85% opgevolgd, afhankelijk van de exacte feedback. Het advies om contact op te nemen met het ziekenhuis, dat alleen werd gegeven indien het kreatinineniveau met >15% was gestegen, werd in slechts 58% van de gevallen opgevolgd. Dit is verontrustend, omdat het bij het signaleren van een verminderde nierfunctie belangrijk is om snel te handelen, zodat permanente schade aan het niertransplantaat kan worden beperkt of zelfs voorkomen. Veel patiënten spaarden hun metingen een aantal dagen op voordat ze de resultaten invoerden in de SMSS. De feedback was op het moment van registreren dan niet meer relevant en werd vermoedelijk daarom niet opgevolgd.
Het uitstellen van de registratie van nieuwe metingen, het selecteren van lagere kreatininewaarden voor registratie en het suboptimaal opvolgen van het meetprotocol vormen een potentiele bedreiging voor de veiligheid van zelf-monitoren. Hier moet rekening mee worden gehouden bij de ontwikkeling van zorgprocessen waar zelf-monitoring een rol speelt, bijvoorbeeld door apparatuur te gebruiken die gemeten waarden automatisch naar een SMSS kan versturen.
CONCLUSIE
De studies die worden beschreven in dit proefschrift tonen aan dat het zelf-monitoren van nierfunctie na transplantatie zeer door niertransplantatiepatiënten wordt gewaardeerd en kan leiden tot
Samenvatting 187




























































































   187   188   189   190   191