Page 211 - Balancing between the present and the past
P. 211

                                9.4 Samenvatting van de resultaten
De eerste twee deelvragen richtten zich op het niveau van leerlingen om handelingen van mensen in het verleden te contextualiseren. Het eerder beschreven didactisch model van contextualiseren werd in deze twee studies gebruikt voor de ontwikkeling en het testen van meetinstrumenten en als kader om te onderzoeken hoe leerlingen contextualiseren. Leraargedrag stond in de derde en vierde deelvraag centraal. In deze twee studies werd het model gebruikt voor de ontwikkeling van een observatie- instrument en als analysekader om te bepalen in welke mate en op welke wijze leraren aandacht besteden aan contextualiseren. De laatste deelvraag focuste op de ontwikkeling en het testen van lesmateriaal. Hiervoor werden twee interventie- studies uitgevoerd waarin het model werd gebruikt voor de ontwikkeling van ontwerpprincipes en om te analyseren welke vooruitgang leerlingen boekten in het niveau van contextualiseren. Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen per deelvraag.
1. Hoe kan bij leerlingen het niveau van contextualiseren gemeten worden?
Aangezien er weinig betrouwbare instrumenten bestaan voor het meten van het
niveau van leerlingen met betrekking tot contextualiseren, was het doel van de
eerste studie (hoofdstuk 2) het ontwikkelen en testen van dit soort instrumenten.
Twee instrumenten stonden centraal. Eén instrument was een vertaling van een
instrument dat is ontwikkeld door Hartmann en Hasselhorn (2008). Dit instrument
richt zich op de opkomst van de NSDAP in Duitsland in de jaren 1930. Hierin moeten
leerlingen beredeneren of Hannes (de hoofdpersoon) kan stemmen op de politieke
partij van Hitler. Het format van dit instrument is gebruikt om een tweede instrument
te ontwikkelen dat was gericht op negentiende-eeuwse slavernij. Beide instrumenten
zijn getest bij 1270 leerlingen variërend in leeftijd van 10 tot 17 jaar op validiteit en betrouwbaarheid. Door gebruik te maken van factoranalyses en het berekenen van
de interne consistentie (Cronbach’s alfa) bleek het NSDAP-instrument het meest 9 betrouwbaar. De analyses lieten bovendien zien dat het lastig is om op basis van het
format van Hartmann en Hasselhorn (2008) een nieuw instrument te ontwikkelen. Op basis van de studie van Hartmann en Hasselhorn (2008) moesten twee dimensies naar voren komen: een dimensie van contextualiseren en een dimensie van historische inleving. Het vertaalde en onderzochte NSDAP-instrument bevatte deze twee dimensies. Het slavernij-instrument bevatte echter drie dimensies en kan daardoor andere elementen toetsen dan het NSDAP-instrument. Verder scoorde het slavernij- instrument laag op de interne consistentie. Om deze reden is in een vervolgstudie
Samenvatting
 209


















































































   209   210   211   212   213