Page 173 - Bladder Dysfunction in the Context of the Bladder-Brain Connection - Ilse Groenendijk.pdf
P. 173
schors bij een tactiele stimulus van de penis. Het onderzoek toonde duidelijk aan dat de genitalia in de heup regio gerepresenteerd zijn op de primaire sensorische schors, en niet mediaal-craniaal van de plek op de primaire sensorische schors waar de voeten zijn gerepresenteerd, zoals eerder is vastgesteld.
Het tweede deel van dit proefschrift had als doel het evalueren en verbeteren van objectieve en subjectieve uitkomstmaten binnen de functionele urologie.
Als patiënten met overactieve blaas niet reageren op conservatieve of medicamen- teuze therapieën, kan er gekozen worden om sacrale neuromodulatie toe te passen. Dit wordt gezien als een minimaal invasieve behandeling. Omdat op basis van de kenmerken van een patiënt nog niet goed voorspeld kan worden of diegene wel of geen baat heeft bij deze behandeling, wordt er eerst een test stimulatie uitgevoerd met een externe batterij als stimulator. Als blijkt dat er voldoende effect is, kan het definitieve systeem worden geïmplanteerd. In hoofdstuk 5 is met behulp van urodynamisch onderzoek onderzocht of er een acuut effect op de blaas dynamiek te zien is van de sacrale neuro- modulatie. Een acuut effect bleek niet op te treden. Een doel om het acute effect van sacrale neuromodulatie te onderzoeken is om na te gaan in hoe verre een ’closed-loop feedback systeem’ met sacrale neuromodulatie werkzaam is. Met dit systeem wordt de neuromodulator automatisch geactiveerd als de druk in de blaas toeneemt. Ondanks het feit dat er geen acuut effect op het urodynamisch onderzoek meetbaar is sluiten deze resultaten een mogelijk closed loop systeem niet bij voorbaat uit. De theorie hier- achter is dat het effect van sacrale neuromodulatie in het brein enige tijd blijft bestaan, nadat de sacrale neuromodulatie is gestopt. Met een ‘closed-loop feedback systeem’ zou deze ‘verandering’ in het brein onderhouden kunnen worden en dus het effect van de sacrale neuromodulatie weer kunnen oproepen. Meer onderzoek naar deze theorie is noodzakelijk om het systeem verder te ontwikkelen.
Binnen de functionele urologie komen de objectieve uitkomsten vaak niet overeen met de subjectieve parameters. De invloed van symptomen op de kwaliteit van leven verschilt sterk per individu. Daarom zijn naast de objectieve uitkomsten ook de subjec- tieve uitkomstmaten van groot belang. Een wereldwijd veel gebruikte subjectief meetin- strument is de vragenlijst OAB-q SF voor patiënten met overactieve blaas. In hoofdstuk 6 is beschreven hoe deze vragenlijst in het Nederlands vertaald en gevalideerd werd. De Nederlandstalige versie bleek een valide meetinstrument voor de perceptie van de patiënt met overactieve blaasklachten.
Hoofdstuk 7 onderzoekt de uitkomsten van het aanleggen van een continent kathe- teriseerbaar urinestoma. Deze ingreep komt oorspronkelijk vanuit de kinderurologie maar wordt in uitzonderlijke gevallen ook bij volwassenen met therapieresistente blaas- functiestoornissen gebruikt. Over de lange termijn resultaten en complicaties van deze ingreep bij volwassenen is nog weinig bekend. In een retrospectief onderzoek werden de gegevens van alle patiënten die in de afgelopen 20 jaar een dergelijke ingreep heb-
9
Summary and Nederlandse samenvatting 171