Page 172 - Bladder Dysfunction in the Context of the Bladder-Brain Connection - Ilse Groenendijk.pdf
P. 172

                 170
Chapter 9
als een soort ruimtelijke kansverdeling van activatie. Alle coördinaten uit de artikelen worden samengevoegd en vormen een ‘gemiddeld’ activatie patroon. De ALE resulta- ten van de bekkenbodemcontracties lieten activatie zien van de primaire motorische schors, de supplementaire motorische schors, de gyrus cinguli, de gyrus frontalis, de thalamus, de gyrus supramarginalis en het cerebellum. Verder liet de ALE analyse van de mictie betrokkenheid zien van het pontine mictie centrum, de periaquaductale grijs, de gyrus cinguli, de gyrus frontalis, de insula en de ventrale pons. Een vergelijking van beide analyses leverde een overlap van cluster op in slechts twee hersengebieden; de gyrus cinguli en de linker thalamus. Ondanks dat de bekkenbodemcontracties en de mictie beide motorische taken van de lage urinewegen zijn, is het aannemelijk dat ze door verschillende hersengebieden worden aangestuurd. Bij de interpretatie van de resultaten van de ALE analyse is het goed om de beperkte hoeveelheid data waarmee de analyse is uitgevoerd in acht te nemen. Deze schaarste aan data demonstreert de noodzaak voor meer onderzoek op dit gebied en daarmee ook meer kennis over de (pa- tho)fysiologie van de lage urinewegen. Hoofdstuk 2 laat, voor het eerst een ALE analyse zien over de motorische aansturing van de bekkenbodem en heeft daarmee mogelijk de basis hersengebieden betrokken bij deze motorische taak bevestigd.
In de hoofdstukken 3 en 4 worden de resultaten van 2 onderzoeken met 7T fMRI beschreven, namelijk betreffende respectievelijk motorische taken en sensorische taken. In eerste instantie is er een groepsanalyse gedaan van de verkregen data om de hersengebieden betrokken bij de bekkenbodemcontracties en de sensoriek van het genitaal te bestuderen. Daarnaast werd er in beide studies onderzocht of 7T fMRI gebruikt zou kunnen worden om het activatiepatroon van het hele brein in individuen te interpreteren. Als we 7T fMRI in de kliniek willen gebruiken, is het van belang dat we de resultaten op individueel niveau kunnen bekijken.
Aan beide onderzoeken deden 17 vrijwilligers mee maar wegens bewegingsartefacten konden we uiteindelijk data van 13 personen analyseren. In hoofdstuk 3 voerden de vrij- willigers bekkenbodemcontracties uit, en als controletaak bewogen ze de tong. Omdat tongbeweging net zoals bekkenbodemcontractie een motorische taak is in de midden- lijn van het lichaam maar toch op een hele andere plek zit, konden de resultaten in het brein goed met elkaar worden vergeleken. In hoofdstuk 4 werden de hersengebieden die betrokken zijn bij het gevoel van de penis onderzocht en hierbij werd de aanraking van de voeten gebruikt als controle. Om aan te tonen waar op de primair sensorische schors de penis is gerepresenteerd, kon activatie tijdens voet aanraking goed gebruikt worden als referentiepunt. Beide onderzoeken lieten zien dat 7T fMRI geschikt is om de betrokken hersengebieden van de lage urinewegen te bestuderen in het gehele brein van een individu. Dit in tegenstelling tot eerder gepubliceerd onderzoek waar veran- deringen in hersenactivatie slecht na groepsanalysen werd getoond. Een belangrijke bevinding in hoofdstuk 4 is de locatie van de activatie op de primaire sensorische






























































































   170   171   172   173   174