Page 185 - Getting the Picture Modeling and Simulation in Secondary Computer Science Education
P. 185
ontwikkelingsactiviteiten. Doel van een dergelijke studie is te onderzoeken hoe hun PCK evolueert naarmate ze ervaring opdoen met het lesgeven in Computational Science.
Er is lesmateriaal ontwikkeld om te helpen bij het onderzoek naar het begrip van begrip van leerlingen (M2) en beoordelingsmethoden (M4). De instructiestrategieën (M3) zelf zijn echter niet onderzocht. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten naar succesvolle instructiestrategieën voor Computational Science. Het als spin-off van dit project ontwikkeld lesmateriaal en het beoordelingsinstrument kunnen de basis vormen voor dit onderzoek.
Het beoordelingsinstrument op basis van de SOLO-taxonomie is in overeenstemming met de suggesties en behoeften van Informaticaleraren en voorziet in een holistische beoordeling van de leeruitkomsten van Computational Science. Vervolgonderzoek kan zich richten op de ontwikkeling van vergelijkbare beoordelingsinstrumenten, niet alleen gericht op de computationele concepten, maar ook op computationele praktijken en computationele perspectieven voor enerzijds andere leeruitkomsten van het schoolvak Informatica en anderzijds voor leeruitkomsten binnen andere disciplines waar computational thinking bij relevant is.
Dit project was gericht op onderzoek naar het onderwijzen van Computational Science binnen Informatica. Computational Science heeft tot doel Informaticaleerlingen gereedschappen, technieken en vaardigheden te bieden om
modelleren en simuleren te gebruiken bij het verkennen van verschijnselen in verschillende wetenschappelijke disciplines buiten Informatica. Vervolgonderzoek
kan drie lijnen volgen. Ten eerste, door de oorspronkelijke onderzoekslijn verder
te vervolgen. Gezien het feit dat computationele modellen grote hoeveelheden
data kunnen produceren, wordt er een onderzoekslijn voorgesteld in het
kielzog van een andere wetenschappelijke paradigmaverschuiving — van een computationele benadering die complexe verschijnselen modelleert en simuleert
naar een benadering die zich concentreert op het exploreren van data (Hey 8 et al., 2009). Door de praktijken van data science die computational thinking
en wiskundig denken samenbrengen, zouden de leerlingen die modellen ontwikkelen en simulaties uitvoeren de gelegenheid krijgen om de gegevens die door hun simulaties worden geproduceerd grondig te analyseren. Aangezien dit soort activiteiten slechts marginaal plaats vond binnen dit project, is verder onderzoek naar dit specifieke probleem op zijn plaats. Ten tweede, door breder dan alleen Informaticaonderwijs te kijken, ontstaat er een nieuw uitgangspunt—
Nederlandse samenvatting
183