Page 183 - Getting the Picture Modeling and Simulation in Secondary Computer Science Education

Informatica-onderwerpen beïnvloeden. Ze kunnen leraren informeren over begrip en moeilijkheden die ze van hun leerlingen kunnen verwachten. Daarnaast kan het de ontwikkeling van een vergelijkbaar holistisch beoordelingsinstrument bij andere kerndomeinen en keuzethema’s van het Informaticaonderwijs inspireren.
Toen dit project begon, was het gericht op modelleren en simuleren binnen het Informaticaonderwijs. De hoop was dat het zou bijdragen aan het bouwen van bruggen naar andere vakken en dat het leerlingen en hun leraren zou stimuleren om samenwerking buiten de grenzen van hun disciplines te zoeken en zo ten goede zou komen aan het leren van alle betrokken disciplines. Nu kan er met tevredenheid vastgesteld worden dat computational thinking steeds meer aandacht krijgt, zoals bijvoorbeeld bij de voorstellen voor curriculumvernieuwing van curriculum.nu, en dat dit werk dus steeds relevanter wordt. Het krijgt steeds meer een centrale rol in het wetenschapsonderwijs (Park & Green, 2019), met name in verband met computationele modellen (Pears et al., 2019).
Als men buiten het Informaticaonderwijs kijk, dan is te zien dat het
effectief gebruiken en begrijpen van computermodellen niet per se vereist
dat leerlingen deze zelf ontwikkelen. Daardoor blijkt dit werk ook buiten het Informaticaonderwijs relevant te zijn. De bevindingen zijn ook van toepassing op
het ontwerp van instructiestrategieën voor jongere leerlingen waarbij modellen
gebruikt worden om het onderwijs van andere vakken te verrijken — zoals
bijvoorbeeld in het TeaEdu4CT-project dat zich bezighoudt met opleiden van
leraren in computational thinking bij STEAM38-vakken. Wanneer computational
thinking in de context van een andere discipline toegepast wordt, kunnen
leerlingen een bestaand computermodel (bijvoorbeeld over de verspreiding van
een virus) gebruiken om simulaties uit te voeren, resultaten te analyseren en zowel wetenschappelijke als maatschappelijke consequenties te onderzoeken. Bovendien
kunnen ze worden gestimuleerd om de aannames die ten grondslag liggen aan het
model en de validiteit van het model te bespreken, en zo effectief deel te nemen
aan de modelleercyclus en wetenschapspraktijken. 8
Dit voorbeeld is indicatief voor de curriculumvernieuwing die naar verwachting in Nederland plaats zal vinden, zoals besproken in hoofdstuk 2. Tegenwoordig wordt het belang van het leren van Informatica-gerelateerde vakinhoud erkend, zoals blijkt uit de voorstellen voor het nieuwe curriculum van het initiatief curriculum.nu. Dit initiatief pleit voor de introductie van een nieuw leerdomein Digitale Geletterdheid dat vier elementen bevat: ICT-vaardigheden,
38 STEAM: science, technology, engineering, art and mathematics
Nederlandse samenvatting
181