Page 36 - Reduction of coercive measures

Samenvatting en discussie
De resultaten tonen betrouwbare registraties voor 25 van de 57 soorten vrijheidsbeperkingen. De studie maakte duidelijk dat ondanks gestandaardiseerde definities voor elke vrijheidsbeperking (Matson & Boisjoli, 2009; Williams, 2010), een registratie op basis van een brede definitie van vrijheidsbeperkingen onontkoombaar onbetrouwbare uitkomsten bevat. Reflecties van belanghebbenden over onbetrouwbare resultaten beschrijven als mogelijke verklaring de wisselende bewustwording onder begeleiders ten aanzien van vrijheidsbeperkingen en hoge moeilijkheidsgraad van het identificeren van vrijheidsbeperkingen binnen de complexe context van langdurige groepszorg voor mensen met vaak ernstige en meervoudige beperkingen. Het laatste deel van het onderzoek toonde het succes van de invoering van een verplicht registratiesysteem door de registratie van vrijheidsbeperkingen te vergelijken met de zorgdossiers van cliënten. Voorwaarde voor het bereiken van een succesvolle implementatie was de registratie van vrijheidsbeperkingen in het registratiesysteem. 84% van de vrijheidsbeperkingen zijn tijdens de implementatietraining geïdentificeerd, echter 46% van de vrijheidsbeperkingen was daadwerkelijk geregistreerd in het registratiesysteem. Concluderend is duidelijk geworden dat een routinematige en adequate registratie van het gebruik van vrijheidsbeperkingen haalbaar is, althans voor een deel van de vrijheidsbeperkingen.
Wettelijke criteria voor registratie nader bekeken
Registratie van vrijheidsbeperkingen is een leidend en verplicht onderdeel van de Nederlandse Wet zorg en dwang (Staatsblad, 2018, 36), die in 2020 in werking treedt. Verplichte registratie is een van de redenen waarom de invoering van deze wet verstrekkende gevolgen zal hebben voor de professionele zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De wet stelt criteria vast voor de identificatie en registratie van vrijheidsbeperkingen en draagt daarmee bij aan een betere rechtsbescherming van mensen met een verstandelijke beperking (Frederiks & Steen, 2018). Hoofdstuk drie beschreef een standpunt dat is gebaseerd op reflecties van deskundigen met brede wetenschappelijke en praktische kennis op het gebied van
34