Page 255 - Emotions through the eyes of our closest living relatives- Exploring attentional and behavioral mechanisms
P. 255
dan neutrale scènes. Mensen kijken over het algemeen langer naar emotionele scènes van andere mensen, maar óók langer naar scènes waarin bonobo’s vlooien of spelen. Bonobo’s kijken het langst naar scènes met gestreste of bange soortgenoten, of scènes met seks (hoofdstuk 4). Belangrijk is dat deze resultaten laten zien dat de aandachtsmechanismen die ten grondslag liggen aan emotieperceptie gedeeld worden met onze naaste verwanten, de bonobo’s. Daarnaast zien we, dat sociale kenmerken van beide soorten een rol spelen in hóé aandacht uit gaat naar emoties. Bonobo’s zijn van nature erg geïnteresseerd in onbekende soortgenoten, hetgeen een mogelijke verklaring is voor het resultaat dat hun aandacht vooral getrokken wordt door emotionele prikkels van onbekenden. Mensen zijn gevoelig voor de emoties van andere mensen, maar focussen zich over het algemeen op bescherming van hun eigen groep, waaronder familie en vrienden. Bij mensen leidt deze tendens waarschijnlijk tot onmiddellijke aandacht voor emoties van bekenden.
Naast aandacht is er een rol weggelegd voor spontane mimicry in het verwerken van emotionele prikkels. In de psychologie wordt mimicry beschreven als het automatisch en onbewust kopiëren of imiteren van gezichtsexpressies en gedragingen (bijvoorbeeld lachen en gapen). Mimicry faciliteert daarmee het waarnemen van en communiceren over emoties door middel van emotionele aanstekelijkheid. Hierbij kan gedacht worden aan het meevoelen van verdriet als je iemand ziet huilen. In de laatste 10 jaar wordt er veel onderzoek gedaan naar de mimicry van gapen, oftewel de aanstekelijkheid van gapen. Het is onduidelijk welke emotie ten grondslag ligt aan gapen, maar wel blijkt de aanstekelijkheid van gapen sterker te zijn tussen individuen met een goede sociale band. Omdat gapen aanstekelijk is, zou het een indicator kunnen zijn voor emotionele aanstekelijkheid, oftewel het voelen wat een ander voelt. Er is echter nog veel kritiek op dit idee, omdat de link tussen emotionele aanstekelijkheid en de aanstekelijkheid van gapen nooit direct is aangetoond. Een andere variant van mimicry de aanstekelijkheid van zelfkrabben. Als individuen zichzelf krabben, dan is dat een indicator van stress en uit een kleine hoeveelheid eerdere studies blijkt dat zelfkrabben mogelijk aanstekelijk is.
In een tweetal onderzoeken heb ik onderzocht of de aanstekelijkheid van krabben (hoofdstuk 5) en gapen (hoofdstuk 6) voorkomen bij orang-oetans, omdat deze twee fenomenen tot dusver alleen aangetroffen zijn in sociale dieren die in groepen leven, bijvoorbeeld in mensen en bonobo’s. De resultaten tonen aan dat orang-oetans inderdaad meer aan zelfkrabben doen als ze een ander individu zien krabben. De aanstekelijkheid van zelfkrabben was het sterkst tussen individuen met een minder sterke sociale band, wat op het bestaan van negatieve emotionele aanstekelijkheid
Samenvatting
253