Page 155 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 155
kenen zullen volgen. Of een derde positie ontstaat, is afhankelijk van of de betrokke- nen het gevoel krijgen iets gemeen te hebben. Daarnaast is het van belang dat de be- trokkenen ervaren dat de anderen hen aanvoelen en ze elkaar helpen om anders te gaan kijken.
Om tot een derde positie te komen, gebruiken mensen hun kennis met een kleine k. Tegelijkertijd helpt de derde positie hen om hun kennis met een kleine k te ontwikke- len door met behulp van de ander los te laten wat hen belemmert om tegemoet te ko- men aan een beroep dat op hen wordt gedaan en te zoeken naar nieuwe betekenissen. Zoals Benjamin (2004) aangeeft, wordt de basis van een derde positie gevormd door wat de betrokkenen gemeenschappelijk hebben en dat hun het gevoel geeft dat ze iets gemeen hebben. In deze studie bestond dat gemeenschappelijke uit het belang van de cliënt. Door daarvan uit te gaan voelden de deelnemers een band met elkaar en ont- stond ruimte om te praten over de verschillende manieren waarop zij daarnaar keken. De studie brengt ook factoren aan het licht die de ontwikkeling van een derde positie kunnen belemmeren. Zo bleek het met name lastig om verandering te brengen in de patronen waarin directe collega’s met elkaar omgaan en hoe medewerkers naar de or- ganisatie en hun positie daarin kijken. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat het in die relaties niet voor de hand ligt wie het initiatief neemt om tot een derde positie te komen. Dat is anders dan bijvoorbeeld tussen medewerker en cliënt, waar het meer voor de hand ligt dat de medewerker het initiatief neemt. Bovendien kunnen mensen in het contact met directe collega’s minder geneigd zijn om zich kwetsbaar op te stel- len, omdat de consequenties daarvan als de ander niet volgt, groter zijn dan tussen bijvoorbeeld collega’s die niet met elkaar samenwerken.
In de studie komt naar voren dat tussen directe collega’s onderwerpen vermeden wor-
den waarover verschillend wordt gedacht, en medewerkers afwijkende meningen voor
zich houden, om moeilijkheden in het team te voorkomen. Omdat de deelnemers aan
deze studie uit verschillende teams afkomstig waren, speelde dat minder. Door de ge-
legenheid te geven uit te wisselen met collega’s waar zij niet direct mee samenwerken,
maakte ik het mogelijk twijfels, bedenkingen en ideeën met elkaar te delen zonder dat 6 zij bang hoefden te zijn dat ze daarop worden aangesproken of dat het consequenties
heeft voor de samenwerking.
Deze deelstudie bevestigt kortom het belang van het samenspel tussen kennis met een grote en een kleine k bij het omgaan met handelingsverlegenheid. Dat geldt zowel bij het toepassen van kennis als bij de ontwikkeling en het delen daarvan. Het samenspel gebeurt in interacties tussen en in mensen. De omstandigheden die daarvoor nodig zijn, komen deels overeen met wat in het algemeen gezien wordt als de voorwaarden voor de implementatie van kennis, namelijk dat degene die de kennis introduceert, betrouwbaar en integer is, dat mensen het gevoel hebben gezien en erkend te worden en dat er duidelijke kaders worden gegeven en ruimte om binnen die kaders zelf het gebruik van kennis te kunnen invullen. Deze studie laat zien dat dat echter niet altijd voldoende is. Wanneer betrokkenen tegenover elkaar komen te staan, omdat wat ze van elkaar willen, botst met patronen in hun denken, moeten ze met elkaar delen wat
157