Page 23 - To keep a balance in disease specific intestinal insufficiency. Diagnostics and practical nutritional aspects - Nicolette Wierdsma
P. 23
Dames en Heren,
Het korte darm syndroom is een klinisch syndroom dat alle symptomen en pathofysiologische stoornissen omvat na resectie(s) of bypass (in de vorm 2 van een fistel) van een aanzienlijk deel van de dunne darm. De symptomen
van het syndroom hebben voornamelijk betrekking op een insufficiënte
vertering en absorptie van macro- en micronutriënten en water, zout en
galzure zouten, leidend tot gewichtsverlies, diarree, steatorroe, deficiënties
van specifieke micronutriënten en (chronische) dehydratie. De mate van
verlies van voedingsstoffen en energie verschilt per patiënt en is onder andere
afhankelijk van de gereseceerde darmsegmenten, intestinale adaptatie, de aanwezigheid van de ileocoecale klep, de locatie van een stoma of fistels
en eventuele comorbiditeit (1). Het aan te bevelen dieet en de behandeling
zijn eveneens afhankelijk van de aan- of afwezigheid van het colon en de
ileocoecale klep, aangezien koolhydraten en in beperkte mate ook eiwitten
in het colon geabsorbeerd kunnen worden na bacteriële fermentatie tot
korte keten vetzuren (2-4). De behandeling van patiënten met een korte
darm syndroom is moeilijk en wordt gekenmerkt door een aantal fasen. In
de acute fase (circa vier weken na operatie) wordt de patiënt gevoed met
totale parenterale voeding (TPV). Op middellange termijn wordt de TPV zo
mogelijk gestopt, terwijl de enterale en orale voeding worden opgebouwd.
De laatste fase, de lange termijn, wordt doorgaans gekenmerkt door orale
voeding, al dan niet met aanvullende enterale voeding en zo nodig specifieke micronutriëntsupplementen.
Aande hand van2casussen laten wiju zien hoe onverwacht groot energetische
verliezen kunnen zijn bij patiënten met een korte darm syndroom ten gevolge
van aangelegde en spontane fistels.
Patiënt A is een 43-jarige man met de ziekte van Crohn sinds 21-jarige leeftijd. Diverse operaties werden uitgevoerd op indicatie van stenosen en fistelvorming, namelijk resecties van colon descendens (op 29-jarige leeftijd), rectum-sigmoïd (laag anterieur) (31 jaar), ileocoecale hoek (33 jaar) en duodenum (39 jaar). De geschatte lengte van de resterende functionele darm bedroeg circa 105 cm. Sinds de laatste operatie werd patiënt enkele malen opgenomen in verband met recidiverende ileus en 2 jaar later volgde een acute opname wegens tetanie bij hypomagnesiëmie en hypocalciëmie.
Case-study
21