Page 94 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 94

Hoofdstuk 3
Wij kunnen kijken hoe de formatie van onze casusorganisaties zich ontwikkelt en wij kunnen deze vergelijken met die van andere (niet intergemeentelijk georganiseerde) sociale diensten. Naarmate de formatie per cliënt bij onze casusorganisaties lager is dan in de benchmark ligt de efficiency hoger. Hoewel de omvang van het cliëntenbestand een meer direct verband heeft met de werklast, kan dit per jaar sneller veranderen dan de formatie. De verhouding tussen formatieplaatsen en inwoners, als meer constant gegeven, biedt daarom een aanvullende indicator.
Het aantal inwoners binnen het verzorgingsgebied van het samen- werkingsverband en het aantal WWB cliënten is ontleend aan CBS Statline.28 Het aantal formatieplaatsen (fte29) is ontleend aan de jaarverslagen van de samenwerkingsverbanden. In enkele gevallen ontbrak het aantal formatieplaatsen in het jaarverslag. In die gevallen is het getal opgevraagd bij de directie van het samenwerkingsverband.
Bij het hanteren van het aantal formatieplaatsen als indicator blijft de inzet van tijdelijke inhuurkrachten buiten beeld. De omvang van deze potentiële vervuiling van het beeld valt mee. Wij zien dat de inhuurkrachten vooral worden ingezet om tijdelijk medewerkers uit de vaste formatie te vervangen of om bijzondere projecten waar ook aanvullende financiering voor is uit te voeren. Dat neemt niet weg dat bij het uitgaan van formatie een klein deel van de personele exploitatielasten buiten beeld blijven.
AlleendeIntergemeentelijkesocialedienstBollenstreekheeftnaastWWBcliënten ook Wmo cliënten. De Wmo bestaat uit verschillende prestatievelden waarvan de uitvoering niet in alle gevallen bij de intergemeentelijke sociale dienst ligt. Deze richt zich voornamelijk op prestatieveld zes: verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen, chronisch psychische problemen of psychosociale problemen. Dit is een veel minder vastomlijnd bestand aan cliënten dan bij de WWB. Soms volstaat een eenmalig beroep op de Wmo, terwijl in andere gevallen herhaaldelijk een beroep op de Wmo wordt gedaan. Mogelijke indicatoren voor monitoring van de Wmo zijn door het CBS geïnventariseerd, maar deze gaan veel meer over beleidseffectiviteit op het terrein (Rienstra, Schreven, Geertjes
28 http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=80725ned&D1=0&D2=0&D3=0&D4=0 &D5=%28l-11%29-l&VW=T; Algemene bijstand; uitkeringen op grond van de WWB, 1998-2011
29 Fte = Full time equivalent = voltijds formatieplaats
92


































































































   92   93   94   95   96