Page 61 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 61
VIER PERSPECTIEVEN OP OPENBAAR BESTUUR
concept. Toch is legitimiteit de kracht die “politieke gemeenschappen bij elkaar houdt” (Bekkers, 2007, p. 32). Zonder legitimiteit valt het systeem uit elkaar en kan de strijd terugvallen van politieke strijd naar fysieke strijd. Dat maakt legitimiteit een belangrijk aspect wanneer wij kijken naar de gemeente als politieke gemeenschap.
Legitimiteit gaat verder dan een louter formalistische, legalistische benadering. 2 Legaliteit zullen wij in het juridische perspectief bespreken, maar biedt een
te smalle basis voor legitimiteit. Legitimiteit rust op rechtvaardigheid en op
uitgesproken steun (Zouridis, 2009, p. 296). Met andere woorden: “de mate
waarin een besluit in staat is geweest om recht te doen aan de normen die in een gemeenschap leven en die door de gemeenschap als aanvaard worden beschouwd” (Bekkers, 2007, p. 34). Legitimiteit gaat daarmee zowel over uitkomst als over proces. De procesmatige benadering van legitimiteit treffen wij al bij Max Weber, wanneer hij legitimiteit verbindt aan bureaucratie: “Die Bürokratie ist der technisch reinste Typus der legalen Herrschaft” (Weber, 1966/1919, p. 100). In zijn ogen vereist een legitiem bestuur een bureaucratisch proces.
Scharpf (1999) onderscheidt input- en output-legitimiteit. Bij input legitimiteit gaat het om de mate waarin de wil van ‘het volk’ doorwerkt in de beleids- en besluitvorming. Bij output legitimiteit gaat het om de vraag of de uitkomsten van het beleid daadwerkelijk bijdragen aan het welzijn van ‘het volk’. Input legitimiteit gaat vooral over het democratisch karakter van het politieke proces. Hoewel deze kant van legitimiteit bij democratische staten centraal staat zijn de twee zijden in wezen complementair. Als de overheid er onvoldoende in slaagt om maatschappelijke problemen effectief aan te pakken zal dit de legitimiteit ondermijnen ongeacht het democratisch gehalte van het openbaar bestuur.
De politieke strijd via een legitiem en democratisch proces stelt beperkingen aan de efficiency van het bedrijfsmatige perspectief. “Zij die ambten uitoefenen – democratische bestuurders – zien democratie doorgaans niet als onderdeel van rationeel bestuur, maar als beperkende randvoorwaarde daarvan” (Van Gunsteren, 2006, p. 7).
Van Gunsteren laat zien dat diverse auteurs op geen enkele wijze de kwaliteit van de democratische besluiten betrekken bij het beantwoorden van de vraag, waarom democratie? “... in hun betoog gaat het enkel om de manier waarop besluiten tot stand komen en niet om de kwaliteit van de uiteindelijke besluiten” (pp. 18 -19). Zoals wij ook al bij Van Gestel, Goverde en Nelissen (2000) zagen,
59