Page 60 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 60
Hoofdstuk 2
Ringeling (1998) maakt onderscheid tussen de wijze van politiek-bestuurlijke organisatie enerzijds (het niveau van beleids- en besluitvorming) en de wijze waarop de taken, die afgeleid zijn van deze waardenconflicten, worden behartigd (de uitvoeringsorganisatie). Als eenmaal politiek-bestuurlijk over de, aan de taken ten grondslag liggende, waarden is beslist, zou vanuit politiek perspectief niet uitmaken hoe of waar de taakuitvoering zelf is georganiseerd. Maar, zo waarschuwt Ringeling, bij die taakuitvoering kunnen andere waarden in het geding zijn of komen. Het hoe en waar van de uitvoering kan daarmee alsnog een politieke dimensie hebben of krijgen.
Appleby (1949) gaat nog een stap verder. Hij beschouwt ook de uitvoering van het ambtelijk proces als politiek. Hij stelt dat de bestuurskunde ten onrechte lang is uitgegaan van een scheiding van machten, waardoor de ambtenarij zou zijn uitgesloten van belangrijke beleidsvorming. Hij omschrijft het ambtelijk bedrijf als “political process” (p. 29). Het politieke proces van beleidsvorming omvat in zijn ogen meerdere deelprocessen, waarvan het administratieve of uitvoerende deel onlosmakelijk deel uitmaakt.
2.3.3 Democratische legitimiteit van het politieke proces
Het resultaat van de politieke strijd (gerealiseerd beleid) ligt veelal in het verlengde van het maatschappelijk perspectief omdat het beleid meestal een maatschappelijk effect zal beogen. De wijze waarop de politieke strijd plaatsvindt, bepaalt vervolgens de verhouding tussen de politiek en de maatschappij.
De nauwe relatie tussen het politieke en het maatschappelijke klinkt door in de aanduiding ‘politiek-maatschappelijke benadering’ bij Van Gestel, Goverde en Nelissen (2000, p. 25). Maar hen gaat het in dit perspectief om het proces, niet de uitkomst. De toevoeging ‘maatschappelijk’ duidt bij hen vooral op maatschappelijke betrokkenheid in het politieke proces en maatschappelijk draagvlak. Hoe verhoudt zich de politiek tot de maatschappij? Gestel, Goverde en Nelissen benadrukken dat in deze verhouding het democratisch karakter van het politieke proces tot uitdrukking komt.
In de Nederlandse samenleving is het democratische gehalte van het politieke proces medebepalend voor de legitimiteit daarvan. De meeste politieke systemen hebben een geloof in hun legitimiteit nodig (Easton, 1965). Legitimiteit is een lastig grijpbaar (Bekkers, 2007) en multidimensionaal (Zouridis, 2009)
58