Page 32 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 32

Hoofdstuk 1
gezag van de overheid. De overheid stelt regels en handhaaft deze. Als kiezer kan de burger invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming binnen de overheid. En als staatsburger ten slotte kan de burger ook actief participeren in de politieke gemeenschap.
Met andere woorden, is een bedrijfsmatige benadering niet te smal? Bij een bedrijf zou het denkbaar zijn om het succes van samenwerking vooral af te meten in het licht van aandeelhouderswaarde. Rendement, af te meten in harde euro’s, wordt dan een dominante maatstaf.13 Maar wie zijn de aandeelhouders van de overheid? Zijn dat de burgers? De burger verwacht misschien een gezonde financiële overheidshuishouding, maar zit niet te wachten op aandeelhouderswaarde. Wat de burger dan wel van de overheid verwacht verschilt afhankelijk van de verschillende rollen die burger en overheid ten opzichte van elkaar vervullen. De gemeente is meer dan een bedrijf.
Dat wil niet zeggen dat de vergelijking met een bedrijf voor een gemeente helemaal niet opgaat. Net als in een bedrijf is voor een gemeentelijke organisatie van belang de organisatie en interne processen bedrijfsmatig op orde te hebben om de organisatiedoelen te realiseren. Ook beschikt een gemeentelijke organisatie over gelimiteerde middelen, zodat efficiency en effectiviteit in de inzet van die middelen in relatie tot de te bereiken doelen net als in een bedrijf belangrijk zijn. Maar voor een gemeente is het bedrijfsmatig handelen in die zin vooral randvoorwaardelijk. Er is geen winstdoelstelling, slechts de noodzaak om (andere) doelen binnen de economische kaders te realiseren. Daarnaast heeft de gemeente ook een economische functie in die zin dat de overheid (ook op gemeentelijk niveau) een rol speelt in de verdeling van maatschappelijke middelen. Dat is echter een wezenlijk andere economische rol dan die van een bedrijf, dat zijn middelen niet wil verdelen maar maximaliseren.
Wij zouden een gemeente daarom niet alleen als bedrijf moeten beschouwen. Dat betekent dat ook andere overwegingen dan bedrijfsmatige relevant kunnen zijn bij het aangaan van intergemeentelijke samenwerking.
13 Daar kan wel tegenin worden gebracht, dat ook bij een bedrijf een meer evenwichtige evaluatie wenselijk kan zijn, door het betrekken van andere maatschappelijke functies van een bedrijf, zoals die van werkgever.
30


































































































   30   31   32   33   34