Page 275 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 275
ons openbaar bestuur? Alleen vanuit een evenwichtige afweging met aandacht voor alle perspectieven kunnen wij het publieke karakter van ons openbaar bestuur waarborgen.
7.2.2 Een andere kijk op schaal
De vraag naar de passende schaal van bestuur is niet nieuw. In de 4e eeuw voor Christus gaat Aristoteles (1999) in zijn ‘Politika’ al in op de vraag hoe groot een (stads-)staat zou moeten zijn. Wij zien dat schaal bij discussies over de inrichting van het lokaal bestuur, waaronder intergemeentelijke samenwerking, nog altijd een belangrijke factor is. Ook dan valt op dat schaal vooral bedrijfsmatig wordt uitgelegd. Er wordt gezocht naar schaalvoordeel en de bedrijfseconomisch gezien optimale schaalgrootte.
Schaalvoordeel is niet alleen een te eenzijdig bedrijfsmatige insteek, maar ook lastig te bepalen en kan zelfs omslaan in schaalnadeel (De Koster, 2015). Zowel de door ons aangehaalde literatuur (Derksen, 1987; Fraanje & Herweijer, 2013; Hagelstein & Traag, 1998; Ostrom, Tiebout & Warren, 1961; Schaap, 2011; Termeer & Steen, 2011; Van Beek, 1996) als onze casussen laten zien dat schaalvergroting geen garantie is voor succes. De optimale schaal voor het lokaal bestuur is niet zomaar in een cijfer uit te drukken (Schaap, 2011) en een universeel recept om de meest passende schaal van lokaal en territoriaal bestuur te bepalen lijkt een illusie (Baldersheim & Rose, 2010).
Met belangstelling wachten wij op de resultaten van het promotieonderzoek
van Niaounakis, dat zich richt op de relaties tussen samenwerking, schaal en doelmatigheid binnen het openbaar bestuur. Zijn onderzoek is onderdeel
van een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken gesubsidieerd onderzoeksprogramma naar de productiviteit van het openbaar bestuur. In
Binnenlands Bestuur (De Koster, 2015) stellen Niaounakis en Van Hulst dat hun
onderzoek laat zien dat de optimale schaal per type dienstverlening verschilt.
Ook wijzen zij op de mogelijkheid van schaalnadeel. Zo noemen zij het terrein 7 van burgerzaken als gemeentelijk terrein waar bij schaalvergroting vooral voor
gemeenten onder de 17.000 inwoners efficiencyvoordelen optreden terwijl boven de 65.000 inwoners schaalnadelen optreden. Andere gemeentelijke taken leiden weer tot andere onder- en bovengrenzen. Ook wijzen zij erop dat schaalvoordelen weer teniet kunnen worden gedaan als de nieuwe bestuurs- en organisatievorm andere vormen van ondoelmatigheid met zich meebrengt. Hun bevindingen gelden zowel schaalvergroting door fusie als vormen van
REFLECTIE
273