Page 270 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 270
Hoofdstuk 7
7.2.1 Spanning tussen de inhoudelijke maatstaven
Wij maken een korte zijstap naar deze spanning tussen de inhoudelijke maatstaven voor de inrichting van het openbaar bestuur zelf. In onze casussen zagen wij hoe vooral bedrijfsmatige maatstaven de boventoon voerden in overwegingen om te komen tot de intergemeentelijke sociale dienst. Dat de tendens om vooral vanuit het bedrijfsmatige de inrichting van het openbaar bestuur te benaderen veel breder is dan onze casussen bleek uit onze literatuurstudie. Wij hebben beargumenteerd dat het publieke karakter van het openbaar bestuur betekent dat ook politieke, juridische en maatschappelijke maatstaven belangrijk zijn. Dat betekent niet dat bedrijfsmatige maatstaven geen rol mogen spelen. Voor het praktisch functioneren van het openbaar bestuur en de betaalbaarheid daarvan zijn deze zeker relevant. Spanning ontstaat doordat maatstaven uit verschillende perspectieven naast elkaar relevant zijn en daarbij soms botsen. Gezien de kennelijke dominantie van het bedrijfsmatige perspectief gaan wij hier in op de spanning tussen het bedrijfsmatige perspectief enerzijds en het politieke, juridische en maatschappelijke perspectief anderzijds. Dat laat onverlet dat ook tussen die perspectieven spanning kan bestaan. Als voorbeeld noemen wij de spanning tussen het politieke en het juridische. Het politieke kan niet zonder het juridische. In een rechtsstaat zijn de spelregels voor het politieke in het recht verankerd. En de uitkomsten van de politieke strijd worden vastgelegd in wetten en regelingen, zodat rechtszekerheid wordt geborgd en de burger geen speelbal wordt van de politieke dagkoersen. De rechtsstaat borgt ook dat democratie niet verwordt tot onderwerping aan de meerderheid, maar dat ook het belang van de minderheid wordt gerespecteerd. Daarin besloten ligt ook een spanningsveld. Het juridische beknot de bewegingsruimte van het politieke. De beperkingen die het juridische oplegt worden niet alleen vanuit bedrijfsmatig perspectief soms als belemmerend ervaren. Politici vinden het niet prettig als hun beleidsvrijheid wordt ingeperkt. Dit wordt onder meer duidelijk in onze casus Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek, waar de wethouder van de gemeente Lisse pleit voor meer flexibiliteit en handelingsmarge. Zijn pleidooi kan worden gelezen als meer oog voor verschillende omstandigheden, wat het rechtsbeginsel van rechtsgelijkheid alleen maar ten goede komt. Maar in zijn pleidooi klinkt ook onvrede met de in zijn ogen soms starre juridische weg door. En ook de behoefte
268