Page 264 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 264

Hoofdstuk 7
Vanuit onze bevindingen komen wij tot een aantal vragen, die tevens aandachtspunten zijn voor bestuurders en ambtenaren die bezig zijn met (her) inrichting van ons openbaar bestuur. Onze vragen gaan enerzijds over het proces: hoe wordt met intergemeentelijke samenwerkingsverbanden omgegaan, zowel in de vorming daarvan als daarna? Anderzijds gaan onze vragen over de inhoud: welke inhoudelijke afwegingen spelen een rol bij de vorming, inrichting en het functioneren van een intergemeentelijk samenwerkingsverband?
Eerst kijken wij naar het proces dat leidt tot aanpassingen in de organisatie van het lokaal bestuur, in ons geval de vorming van een intergemeentelijke sociale dienst, en vragen wij ons af waarom bestuurders schijnbaar zonder serieuze reflectie met de grote stroom meegaan, met een sterke oriƫntatie op bedrijfsmatig denken en op intergemeentelijke samenwerking. Ook na de vorming van een samenwerkingsverband is er weinig aandacht voor reflectie, waardoor de kans op het trekken van lessen wordt gemist. Ten slotte staan wij stil bij de wijze waarop de gemeenteraad met de gemeenschappelijke regeling omgaat.
Vervolgens richten wij onze blik op de inhoud. Wij staan stil bij de vraag waarom bij intergemeentelijke samenwerking vooral gedacht wordt aan schaalvoordelen; wij pleiten voor een meer functionele benadering van het schaalvraagstuk.
Ten slotte komen wij terug bij de gehanteerde perspectieven en besluiten met een pleidooi om niet alleen bedrijfsmatige overwegingen te hanteren, maar bij de keuze voor en inrichting van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden rekening te houden met politieke, juridische en maatschappelijke aspecten van het openbaar bestuur.
7.1 HOE WORDT OMGEGAAN MET INTERGEMEENTELIJKE SAMEN- WERKINGSVERBANDEN?
Wij hebben stilgestaan bij de afwegingen en motieven die geleid hebben tot de door ons onderzochte samenwerkingsverbanden. Maar zijn keuzes die leiden tot verandering in de inrichting van het lokaal bestuur, zoals het aangaan van een intergemeentelijk samenwerkingsverband, wel het gevolg van een rationeel afwegingsproces? Of lopen politici en bestuurders, al dan niet onder druk van de omgeving, achter de algemene trend aan? En als eenmaal is gekozen voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband, hoe gaat de politiek vervolgens met het samenwerkingsverband om?
262


































































































   262   263   264   265   266