Page 253 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 253

waardering legt de nadruk op technocratie en het uit het oog verliezen van maatwerk bij individuele omstandigheden, ofwel onvoldoende (passende) ongelijkheid.
Al met al wordt wel een effect op rechts(on)gelijkheid vastgesteld. In formele zin worden de kaders voor een groter gebied gelijk. In de uitvoering wordt deels een vergroting van de rechtsgelijkheid ervaren. Maar er wordt ook ervaren dat het oog voor maatwerk bij ongelijkheid onder druk kan komen te staan.
Effecten vanuit het maatschappelijke perspectief
Ondanks dat de sociale dienst bij uitstek een maatschappelijk doel beoogt, bleek dat bij de vorming van de samenwerkingsverbanden argumenten vanuit het maatschappelijk perspectief geen rol van betekenis speelden en er geen beoogde maatschappelijke effecten noch randvoorwaarden zijn geformuleerd. Gemeten aan de tevredenheid van de cliënten over de zorg is geen effect op de overheidszorg aan haar burgers vastgesteld. Gemeten aan het oordeel van de leden van de cliëntenraden is evenmin een effect vastgesteld. Zij geven aan dat het voor hun achterban niet uitmaakt of de sociale dienst gemeentelijk of intergemeentelijk is georganiseerd. Deze achterban zijn niet alleen de cliënten, maar ook de diverse maatschappelijke geledingen die hun vertegenwoordigers in de cliëntenraden hebben afgevaardigd. Wel valt op dat de meeste leden van deze raden kritisch positief staan tegenover het samenwerkingsverband en niet terug willen naar de situatie van voor de samenwerking.
Gemeten aan de mate en aard van burgerparticipatie als indicator voor de 6 betrokkenheid van de burgers op elkaar en op de samenleving ten slotte, is
evenmin een effect vastgesteld.
Overige effecten
De opzet van dit onderzoek omvat geen uitputtende verkenning van alle denkbare effecten. De keuze voor vier perspectieven biedt een kader, maar is ook een beperking. Een invalshoek die bijvoorbeeld in dit onderzoek geen aandacht heeft gekregen en interessant zou zijn voor nader onderzoek is de dynamiek van de intergemeentelijke organisatie als eigenstandige organisatorische eenheid. Op het moment dat er een afzonderlijke ambtelijke organisatie ontstaat met een eigen bestuur, een eigen directie, een eigen ondernemingsraad, eigen huisvesting en dergelijke, dan geeft dat een
CONCLUSIES
251


































































































   251   252   253   254   255