Page 247 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 247
stellen wij vast dat de meeste gemeenten uit het casusonderzoek ook zonder samenwerking aan de minimumeisen voor robuustheid zouden hebben voldaan en daarmee ten aanzien van continuïteit weinig te winnen hadden. De cijfers suggereren ook dat bij een gemeente onder de circa 20.000 inwoners het niet mogelijk is een eigen sociale dienst te voeren met een voldoende robuuste formatie, tenzij concessies worden gedaan aan de efficiency door een – in relatie tot de gemeentegrootte – te omvangrijke formatie aan te houden of aan de kwaliteit door onvoldoende formatie om de dienstverlening op niveau te houden.
Gemeten aan het voortbestaan van het samenwerkingsverband, is vastgesteld
dat het kleinste samenwerkingsverband, de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg, is opgeheven nadat een deelnemer was uitgetreden.
Dat één van de drie samenwerkingsverbanden niet meer bestaat, kan niet
worden uitgelegd als indicatie dat samenwerking de continuïteit schaadt. De omstandigheden waaronder de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne- Putten-Rozenburg beëindigd is suggereren wel dat een intergemeentelijke
sociale dienst een zekere kritische massa (omvang verzorgingsgebied) moet
hebben om bestaansrecht te hebben. Men mag veronderstellen dat de kritische
ondergrens hoger ligt dan de formatie- en bezettingsnorm van Pol en Herweijer
(1995). Zij gaan immers uit van een gemeentelijke sociale dienst die voor de ondersteunende functies kan leunen op de gemeentelijke organisatie. Hun
kritische grens is zuiver toegespitst op het uitvoeren van de eigen lijntaken.
Een intergemeentelijke sociale dienst als eigenstandige organisatie moet ook
in de eigen ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen voorzien. Binnen de 6 casusbeschrijving van de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-
Rozenburg werd de relatief kleine omvang van dit samenwerkingsverband vanaf het begin als zorgelijk ervaren. Meermalen is vergeefs geprobeerd om andere gemeenten te laten aanhaken. Men kan stellen dat in de casus Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg het creëren van een te klein samenwerkingsverband uiteindelijk een negatief effect heeft gehad op de continuïteit.
Vergroting van inzetbaarheid en carrièremogelijkheden
In de marge is het vergroten van de inzetbaarheid en carrièremogelijkheden van de medewerkers als beoogd (neven)effect genoemd. Deze overweging valt buiten ons onderzoekskader, hoewel deze afhankelijk van de intentie zou kunnen
CONCLUSIES
245