Page 169 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 169
DRIE INTERGEMEENTELIJKE DIENSTEN VANUIT VIER PERSPECTIEVEN
materiële begroting (uitbesteding aan re-integratiebureaus) omgezet in eigen formatie.157
Per 1 januari 2006 groeit door gemeentelijke herindeling het verzorgingsgebied van de intergemeentelijke sociale dienst van circa 77.000 inwoners naar circa 92.000 inwoners. Ook het aantal cliënten neemt daarmee toe. Doordat de absolute formatie pas in de loop van het jaar is aangepast lijkt daardoor de relatieve formatie in 2006 fors gedaald. Als in 2007 de absolute formatie is aangepast aan de nieuwe situatie komt de relatieve formatie weer vrij dicht bij de situatie van 2005 uit. Ten opzichte van het inwoneraantal marginaal gunstiger en ten opzichte van het cliëntenaantal wat minder gunstig.
In 2007 daalt het aantal cliënten, maar wordt de formatie verder uitgebreid,
waardoor de verhouding formatieplaatsen-cliënten ongunstiger wordt.
De absolute stijging in 2008 hangt samen met de toetreding van de gemeente
Noordwijk tot de gemeenschappelijke regeling, waarmee het verzorgings-
gebied uitbreidt tot ruim 118.000 inwoners. Opvallend is dat de formatie in
2008 ook in relatieve zin, afgezet tegen het inwoneraantal, stijgt. Dat hangt
mogelijk samen met het relatief grote aantal WWB cliënten dat met de
toetreding van Noordwijk meekomt. We zien dan ook naast de relatieve stijging
ten opzichte van inwoners een, zij het kleine, relatieve daling ten opzichte van
het aantal cliënten. 5 Gezien de veronderstelling dat de samenwerking tot efficiencyverhoging
uit schaalgrootte leidt zouden wij eerder een stijging van de efficiency in 2008 verwachten, of eventueel in 2009 nadat eventuele overgangsfrictie is opgelost. Wij zien in 2009 echter een absolute stijging in de formatie, die zich ook vertaalt in een relatieve stijging. De relatieve daling ten opzichte van het cliëntenaantal wordt wel deels verklaard uit een daling in het aantal cliënten, maar dan is de absolute formatiestijging des te opmerkelijker.
In 2010 en 2011 zien wij onder druk van de politiek en in het licht van de crisis dat de absolute formatie daalt, hoewel het aantal cliënten, eveneens ten gevolge van de crisis, stijgt. Dat leidt in 2010 en 2011 ook tot een relatieve daling van de formatie en daarmee tot een hogere efficiency.
Over de hele periode vanaf 2002 genomen zien wij tot 2010 gemiddeld een dalende lijn in de efficiency, waarna een licht herstel optreedt.
157 Bestudering van de jaarrekeningen laat zien dat de exploitatiekosten per inwoner in 2004 en 2005 ongeveer gelijk zijn.
167