Page 167 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 167

DRIE INTERGEMEENTELIJKE DIENSTEN VANUIT VIER PERSPECTIEVEN
kleiner zijn dan beide andere verbanden met een gemiddelde van bijna 14.000 inwoners met een spreiding van ruim 12.500 tot bijna 16.000 inwoners. De benchmark bestaat ook uit kleinere gemeenten met gemiddelde ruim 13.500 inwoners.
De ontwikkeling van het WWB-cliëntenbestand als indicator voor effectiviteit geeft kortom geen eenduidig beeld. In één geval worden de verwachtingen ten aanzien van effectiviteit waargemaakt, in één geval loopt de effectiviteit juist sterk terug en in één geval is sprake van een klein effectiviteitsvoordeel. Gezien de veronderstelde relatie tussen schaal en effectiviteit zou verwacht kunnen worden dat het samenwerkingsverband met de kleinste deelnemers het grootste voordeel zou behalen. Een dergelijk verband wordt echter niet aangetroffen. De Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg heeft de kleinste deelnemende gemeenten, maar bereikt slechts een klein voordeel. De Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek omvat vooral in de eerste jaren ook kleinere gemeenten, in het bijzonder Warmond, maar valt juist terug in effectiviteit. Optimisd ten slotte realiseert als enige een substantiële verbetering, maar bestaat verhoudingsgewijs uit de grootste gemeenten.
5.1.2 Efficiency 5 Ook voor efficiency sluiten wij vanuit bedrijfsmatig perspectief aan bij de
definitie van Hakvoort en Klaassen (2008), namelijk het nastreven van minimale
kosten bij het realiseren van het dienstenaanbod. Wij beperken ons daarbij
tot de exploitatiekosten en richten ons daarbij op de personele component. Daarbij hanteren wij twee indicatoren:
• Cliënten per formatieplaats.
• Inwoners per formatieplaats.
Cliënten en inwoners per formatieplaats
Als indicator voor de efficiency nemen wij de omvang van de formatie. De exploitatie wordt immers voor ruim driekwart bepaald door personele kosten. In eerste instantie kijken wij naar de verhouding tussen formatie en aantal cliënten. Het aantal cliënten bepaalt in belangrijke mate de werklast. Het aantal cliënten kan per jaar vrij stevig fluctueren, zonder dat de formatieomvang snel kan meebewegen. Daarom zetten wij de formatie ook af tegen het inwoneraantal, wat een meer stabiele indicator biedt.
165


































































































   165   166   167   168   169