Page 191 - The SpeakTeach method - Esther de Vrind
P. 191
Nederlandse samenvatting
Communicatieve vaardigheden in moderne vreemde talen zijn van groot belang voor het functioneren in alle delen van de samenleving. Bijvoorbeeld in de diplomatie, in de internationale handel, in de toeristische sector en voor studie. In deze multiculturele en geglobaliseerde wereld is het voor ieder individu belangrijk om te kunnen communiceren in andere talen. Het opent de weg naar wereldburgerschap en leidt, samen met de ontwikkeling van interculturele competenties, tot begrip en openheid voor mensen met een andere culturele achtergrond (Meesterschapsteam Moderne Vreemde Talen, 2018; Onderwijsraad, 2008; Raad van Europa, 2001).
Om deze redenen is gespreksvaardigheid20 in moderne vreemde talen een belangrijk onderdeel van leerplannen en examenprogramma’s voor het voortgezet onderwijs. Een autonome moderne vreemde taalleerder worden, wordt daarbij als belangrijk doel voor leerlingen gezien, opdat zij zelf hun taalontwikkeling kunnen voortzetten (bijv. College voor Toetsen en Examens, 2020; Raad van Europa, 2001; Holec, 1981; Lee, 1998; Little, Dam & Legenhausen, 2017). Autonome vreemde taalleerders zijn in staat om hun eigen vaardigheden op het gebied van moderne vreemde talen zelf verder te ontwikkelen en steeds meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces (Lee, 1998). Dat vereist dat de leerlingen inzicht hebben in hun eigen leerproces en, met betrekking tot het spreken, inzien wat nodig is om hun eigen gespreksvaardigheid te verbeteren. Leerlingen moeten leren hun spreekprestaties te evalueren, doelen te stellen, plannen te maken om die doelen te bereiken, hun plannen uit te voeren en te evalueren, waarna de cyclus weer kan worden doorlopen (Little et al., 2017). Een autonome leerling is in staat om al deze activiteiten zelfstandig uit te voeren. De meeste leerlingen moeten echter worden begeleid bij het leren zelfreguleren van hun gespreksvaardigheid. Deze begeleiding moet afgestemd zijn op de leerlingen, wat betekent dat de leerlingen de hulp krijgen die ze nodig hebben (niet meer en niet minder) en dat de begeleiding geleidelijk aan wordt afgebouwd tot ze in staat zijn om zelfstandig hun leerproces ten aanzien van gespreksvaardigheid te sturen (bijv. Sadler, 1998). Hiervoor zouden docenten feedback en leeractiviteiten moeten aanpassen aan leerbehoeften van de leerlingen. Afstemmen op de leerbehoeften van leerlingen is echter een zeer complex proces.
20 In deze dissertatie is gekozen voor de term gespreksvaardigheid (gesprekken voeren), maar er wordt ook spreekvaardigheid (het houden van presentaties, monologen) mee bedoeld.
189
189
N