Page 721 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 721
krijgsgevangen meegenomen uit Groningen die ze op een later tijdstip weer konden inruilen voor losgeld.
Ook de Zwollenaren waren wederom actief betrokken: 50 man met paarden en wagens bevonden zich namens de stad Zwolle in Drenthe tussen circa 15 juni en 12 juli. Net als Deventer hadden de Zwollenaren daarnaast ook nog 20 man naar Blankeweer gezonden; zij stonden onder leiding van Roelof Altghering en bleven aldaar zestien weken gestationeerd. Roelof werd daarna vervangen door Lubbert Essching die aldaar 29 weken met 20 soldaten bleef. Zowel Roelof als zijn opvolger Lubbert waren volgens beide rekeningen achtereenvolgens kastelein op Blankeweer. Daaruit kan worden geconcludeerd dat in 1404 steeds de aanvoerder van het Zwolse leger het opperbevel had op Blankeweer. In vergelijking tot Deventer was Zwolle meer vertegenwoordigd, want de Zwollenaren zonden tijdens de derde militaire expeditie in totaal 90 soldaten: 20 naar Blankeweer en 50 in Drenthe. Deventer stuurde uitsluitend 20 soldaten naar Blankeweer.
1405
Met de vermelding dat de Groningers waren verslagen eindigen de kostenposten betreffende de oorlog in de Deventer stadsrekeningen. Op de zaterdag na 10 oktober liep een stadsbode naar Lubeck, Staden en Hamburg om de daar wonende Deventenaren te laten weten dat de oorlog voorbij was. De Zwolse kameraars maken nog wel meldingen van kostenposten en reizen naar Blankeweer. Vooral de vierdaagse reis die begon op 13 mei geeft een interessante toevoeging op de Deventer stadsrekeningen. Tijdens die reis gingen de Zwollenaren namelijk niet alleen naar Blankeweer, maar ook naar Blankevoorde.
Bijlagen
B
719