Page 682 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout

Bijlagen
Kasteel Inhoud
Goor Bisschop Jan van Diest verklaart dat hij Frederik van der
Esa, ridder, voor de duur van een jaar het kasteel Goor en het schoutambt Twente heeft toevertrouwd; dat hij hem 300 pond vergoeding voor zijn gewone en buitengewone uitgaven heeft beloofd, en dat hij hem niet zal ontslaan voordat de bisschop aan Frederik het schuldige geld heeft uitbetaald.
Goor Bisschop Jan van Diest verklaart dat hij Hendrik Weldam heeft benoemd tot kastelein van het huis te Goor en schout van Twente: hij belooft hem 100 Brabantse mark vergoeding voor zijn gewone en buitengewone onkosten, terwijl hij hem niet zal ontslaan voordat alle door de schout
gedane uitgaven zijn terugbetaald.
Bisschop Jan van Diest stelt de ingezetenen van zijn land Twente in kennis van de benoeming van Henricus Weldam tot kastelein van het kasteel Goor en schout van Twente, en draagt hen op de schout bij te staan bij de verdediging van het landschap en hem in alles gehoorzaam te wezen.
Vollenhove Bisschop Jan van Diest verklaart dat hij zijn broer, heer en ridder Thomas van Diest, voor een jaar heeft benoemd tot kastelein en schout van Vollenhove in verband met het door hem aan de bisschop geleende bedrag van 700 pond
zwarte tournooisen.
Dat hij hem 400 pond vergoeding voor zijn gewone en buitengewone uitgaven toekent, terwijl hij hem niet zal ontslaan voordat hij heer Thomas het geleende geld en de gemaakte onkosten heeft terugbetaald.
Goor Bisschop Jan van Diest verklaart dat hij de rekening van Hendrik
van Weldam, schout van Twente, tot op heden heeft afgehoord en dat hij, bisschop, hem 249 Brabantse mark en kleingeld schuldig is gebleven.
Dat de bisschop hem het kasteel Goor en het schoutambt niet zal ontnemen zolang voornoemd bedrag aan hem of zijn erfgenamen niet is terugbetaald en dat hij hem kasteel Goor en het schoutambt Twente tot wederopzeggens toe wederom opdraagt volgens de vroeger overeengekomen voorwaarden.
Goor Bisschop Jan van Diest verklaart dat hij zijn broer heer Arnd van Diest voor een jaar heeft benoemd tot kastelein van zijn kasteel te Goor en tot schout van Salland en Twente; daarvoor heeft de bisschop Arnd voor zijn gewone uitgaven 700 pond zwarte tournooisen toegezegd, de groot voor 16 penningen gerekend, alsmede vergoeding van zijn buitengewone onkosten; tevens verklaart de bisschop dat hij heer Arnd niet zal ontslaan voordat deze alles ontvangen
heeft wat hem toekomt.
Datering
19-08-1327
07-09-1328
Bron
Muller 1889: 150.
Muller 1889: 211- 212.
Muller 1889: 283.
Muller 1889: 215.
680
24-09-1329
18-10-1329
29-01-1330
Muller 1889: 289.