Page 680 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 680

                                Bijlagen
Bijlage 3.1 Bezetting en verpandingen eigenkastelen
Algemene opmerking: De inhoudsbeschrijving van de oorkonden is overgenomen van Nederlandse regesten of vertalingen, namelijk: het oorkondenboek van Overijssel en Overijsselse oorkonden (ongepubliceerd vervolg aanwezig in het HCO) van Ter Kuile, Regesten van het huisarchief Almelo van Mensema en Mooijweer, Overysselsche Gedenkstukken van Racer, groot charterboek van Van Mieris en Zwolse Regesten van Berkenvelder. Waar nodig is de tekst genormaliseerd.
Kasteel Schulenborg
Coevorden
Hardenberg Coevorden
   Inhoud
Aanwezigheid castellanni in de Schulenborg.
Graaf Eilert van Bentheim werd door bisschop Wilbrand
van Oldenburg aangesteld als burggraaf van Coevorden. Dit gebeurde met een grote plechtigheid die veel uitgaven vereiste.
Aanwezigheid van “burchtsoldaten” (castellanis) op kasteel Hardenberg.
Gerard Clenke en Hacko, zoon van wijlen Stephan ridder van Hardenberg, ridders, verbinden zich het kasteel te Coevorden als een open huis voor bisschop Hendrik van Vianden en de Utrechtse kerk te zullen houden en bewaren als getrouwe borgmannen schuldig zijn te doen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
(1) zij hebben de bisschop 200 pond Deventer munt geleend, die de bisschop hun bij afrekening met de vergoeding van de gemaakte onkosten, voor zover de som van 60 pond niet wordt overschreden, zal terugbetalen
(2) na betaling van deze vergoeding en het geleende geld zullen zij afzien van het kasteel, en zal de bisschop daarover de volledige beschikking hebben
(3) zolang de betaling nog niet heeft plaats gevonden, zal de bisschop over kasteel Coevorden als open huis kunnen beschikken
(4) Gerard Clencke, Hacko, Nicholaus zoon van Boydekin en Rodolf Clencke, ridders, hebben zich plechtig verbonden deze bepalingen te zullen nakomen, terwijl Herman van Voorst, Gijsbert van Buckhorst, Henrik van Almelo, Albert van Gerner, ridders, Frederik Radinc, knape, die van buiten Drenthe komen, en Egbert van Groningen, Mewikin van Ruinen, Rodolf van Anece, Folkert van Echten, ridders, en Roldolf Van Ese uit Drenthe, zich voor de bisschop hebben borg gesteld
(5) de borgen hebben beloofd om, wanneer men zich niet aan deze bepalingen mocht houden, op eerste aanmaning te Deventer in leisting te zullen gaan totdat de bisschop en de kerk voldaan zullen zijn.
Eerste vermeldingen van borgmannen in Goor.
Datering
1123 1229
1231 19-07-1263
Bron
Nass 2006: 577.
Van Rij 1989: 65, 77.
Van Rij 1989: 74- 75.
OSU III nr. 1591.
   678
Goor
16-09-1263
OSU III nr. 1595.





































































   678   679   680   681   682