Page 509 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 509

                                Bouwgeschiedenis: -
Iconografie: -
Geschiedenis: Het tweede kasteel Kuinre is de opvolger van het door de zee verzwolgen kasteel Kuinre-I. De Boer en Geurts gaan ervan uit dat twee vermeldingen van ‘tymmeringhe’ in de Deventer stadsrekeningen van 1378 betrekking hebben op de bouw van Kuinre-II door de Herman van Kuinre. 496 Hoewel het woord ‘tymmeringe’ ook betrekking kan hebben op een verbouwing van het eerste kasteel, is uit archeologisch onderzoek gebleken dat Kuinre-I juist in deze periode is verlaten en naar verwachting de bouw van het tweede kasteel is begonnen. De kostenpost moet dus wel betrekking hebben gehad op nieuwbouw.497
Lang hebben Herman en zijn familie niet genoten van hun nieuwe kasteel, want in 1407 verkochten zij het samen met de hoge en lage rechtspraak van de heerlijkheid Kuinre aan bisschop Frederik van Blankenheim.498 Frederik benadrukte in een oorkonde over de verkoop dat ook dit kasteel, conform de in 1363 uitgevaardigde oorkonde van Kuinre-I, bisschoppelijk tafelgoed was, en dat het niet om een verkoop, maar om de afkoop van de rechten van de familie Van Kuinre ging. Het voornaamste doel van de afkoop was om de ‘paelen onses Gestichts te vermeerren’.499 Ongetwijfeld zal Frederik ook mogelijke dreigingen vanuit dit kasteel hebben willen neutraliseren. Niet alleen teisterde Herman van Kuinre kooplieden, hij steunde ook de Hollandse graaf Albrecht van Beieren, die een actieve usurpatie-politiek voerde.500 Door Kuinre aan te kopen voorkwam Frederik dat dit kasteel zou kunnen dienen als uitvalsbasis van Albrecht. Vanzelfsprekend steunden de Sallandse steden de bisschop. Zij schoten het aankoopbedrag voor en kregen in ruil daarvoor zeggenschap over de aanstelling van de ambtman op Kuinre en vrijheid van tol in de heerlijkheid. 501
Nu Kuinre weer onder bisschoppelijk gezag functioneerde, vervulde het kasteel vooral een juridische en militaire functie, die werd uitgevoerd onder leiding van de ambtman en tevens kastelein van Kuinre. De belangrijkste taken van de ambtman waren om de heerlijkheid Kuinre en de landen Salland en Vollenhove te beschermen tegen roof en geweld, en om de burgers van de drie Sallandse hoofdsteden op zee en op het water – wellicht wordt met ‘water’ het riviertje de Kuinder bedoeld – bescherming te bieden binnen zijn vermogen.502 De ambtman regelde ook de bezetting van het kasteel. Zo moest ambtman Tydeman Schuersack in 1427 op het kasteel 25 man legeren.503
In 1427, ten tijde van het ambt van Schuersack, is een inventaris van de bisschoppelijke bezittingen op kasteel Kuinre-II opgesteld. Behalve dat we hier informatie krijgen over wat
voor objecten er van de bisschop in het kasteel aanwezig waren, worden er ook verschillende vertrekken genoemd. Het gaat om de ‘bussencamer, buttelrye, backers kelre, koeken, vangen
huys, camer ende in den zael, in den zael, in de stalle, in den waechuys, in de plaetse’.504
In deze ruimtes zien we de verschillende functies van het kasteel terugkomen, namelijk een
militaire functie (de bussencamer en het waechuys), een leeffunctie (buttelrye, backers kelre
en de koeken), een representatieve en residentiele functie (de camer en de zael) en tot slot
een juridische functie (het vangen huys). C
Laar (oud)
Op de plek waar de Vecht en de Regge samenkomen, liggen de restanten van ’t Olde Laar. Het terrein wordt ingesloten door de twee rivieren, maar ligt het dichtst tegen de Regge aan. Ongeveer 1,5 kilometer ten noordoosten van dit terrein is het Nieuwe Laar gebouwd.
496 De Boer & Geurts 2002: 59.
497 De Boer & Geurts 2002: 61.
498 ZR II nr. 773.
499 De Boer & Geurts 2002: 112 nr. 3.
500 De Boer & Geurts 2002: 66-69.
501 ZR II nr. 773.
502 ZR II nr. 773.
503 ZR III nr. 1427.
504 De Boer & Geurts 2002: 113 114.
Catalogus
 507
 









































































   507   508   509   510   511