Page 508 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 508
Pas in 1363 krijgen we inzicht in de manier waarop kasteel Kuinre werd geëxploiteerd. Herman van Kuinre verklaart dan dat 'die borghe ende hofstat tot Kuynre, daer ons huys ende veste op staet, mit den erve, dat daer toebehoert, ende daer om gheleghen is', tafelgoederen zijn van de bisschop en de Utrechtse kerk. Deze zaken hield Herman erfelijk in leen in ‘dienstmans staet’, op de voorwaarde dat hij Kuinre openstelde voor de bisschop en elk jaar vier emmers boter op het kasteel Vollenhove afleverde. De bisschop bepaalde dat alle huizen en versterkingen die op dat moment op de berg stonden of in de toekomst gebouwd zouden worden, inclusief voorburchten grachten en ander toebehoren, bisschoppelijke dienstlenen zouden zijn.489 Mogelijk is deze oorkonde uitgevaardigd als reactie op de verwoesting van kasteel Voorst in 1362.490 De opsteller van de oorkonde heeft dan een bestaande situatie beschreven waarin Herman van Kuinre zijn verhouding ten opzichte van de bisschop erkende en bevestigde. Omdat het kasteel ook nog eens op tafelgoed van de bisschop is gebouwd, kunnen we er op basis van deze oorkonde van uitgaan dat de bisschop de bouwheer is van Kuinre-I.
Kuinre-II
Nadat de Van Kuinres het eerste kasteel Kuinre opgaven als gevolg van de oprukkende zee, bouwden zij circa 500 meter noordoostelijk een nieuwe burcht (figuur 1 Kuinre-I). Ook dit kasteel lag weer vlak bij het riviertje de Kuinder. Tegenwoordig zijn de resten alleen op enkele luchtfoto’s zichtbaar in de vorm van verkleuringen in het land op de plekken waar de grachten hebben gelegen.
Geografische coördinaten: X 185.950 / Y 533.060 Provincie: Flevoland
Gemeente: Noordoostpolder
Toponiem: Kuinderweg
Datering: circa 1375-1534/1536
Oudst bekende functie: kasteel leenman
Archeologie: Van Doesburg en De Boer hebben, net als bij Kuinre-I, alle archeologische gegevens die bekend zijn over Kuinre-II verzameld en gecombineerd met de resultaten van hun eigen veldonderzoek. Zij concluderen op basis van deze gegevens dat het tweede kasteel Kuinre in de veertiende eeuw is gebouwd en tot aan het begin van de zestiende eeuw heeft bestaan.491 De hoofdburcht stond op een ronde verhoging waarvan de exacte hoogte niet meer kon worden vastgesteld. Deze verhoging werd omgeven door een paalstelling waaromheen een stelstel van meervoudige grachten en wallen lag: het aantal grachten bedroeg vier. De buitenste gracht overbrugde tot aan het middenterrein een maximum van 46 meter. Tussen de tweede en derde gracht bleken nog de restanten van een wal aanwezig te zijn, die aan de basis een maximale breedte had van 14,5 meter. In deze eerste fase lag een brug aan de zuidzijde die het terrein verbond met de tweede en eerste gracht.492 Er werden geen funderingen van gebouwen gevonden op het middenterrein, maar wel baksteenpuin, waaruit we kunnen concluderen dat het kasteel (of delen daarvan) uit baksteen was opgetrokken.493
Volgens Van Doesburg en De Boer zijn alle grachten rond het einde van de veertiende eeuw of het begin van de vijftiende eeuw gedempt. Men heeft het middenterrein van het kasteel vervolgens vergroot tot een diameter van 50 meter. In deze fase werden tevens drie nieuwe concentrische grachten gegraven. De afstand van de buitenste gracht tot het middenterrein bedroeg nu 51 meter. Daarnaast werd een nieuwe brug aangelegd tussen de eerste en de tweede gracht.494 De binnenste gracht, die met 20 meter breedte ook het breedst van de drie grachten was, is tot aan de zestiende eeuw open geweest.495
489 De Boer & Geurts 2002: 111.
490 De Boer & Geurts 2002: 39.
491 Van Doesburg & De Boer 2001: 46-53.
492 Van Doesburg & De Boer 2001: 46.
493 Van Doesburg & De Boer 2001: 39.
494 Van Doesburg & De Boer 2001: 48.
495 Van Doesburg & De Boer 2001: 83.
506