Page 480 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 480
Figuur 2 Gronenburg: vlaktekening van het tweede vlak, zoals dit is opgegraven in 1960. De fundamenten van een stevig gefundeerd gebouw – waarschijnlijk een toren – waren goed te herkennen.
Geschiedenis: De oudste vermelding van de Gronenburg is afkomstig uit de kloosterkroniek van abdij Bloemhof in Wittewierum.357 Volgens de auteur, abt Menko, was het kasteel in 1242 verwikkeld in een partijstrijd tussen de Groningse prefectenfamilie enerzijds en de Gelkingen en Papelingen anderzijds. De laatste partij werd gesteund door de Eelder ridder Thizo en door ene Rudolf, die via zijn moeder verwant was aan de vijand: de prefectenfamilie. Thizo en Rudolf probeerden de prefect Egbert en zijn familie uit te schakelen. In eerste instantie hadden zij succes, want ze vermoordden zijn oudste zoon. Egbert junior en zijn broer Godeschalk wisten echter te ontkomen en riepen hulp in van hun neven in Peize en Norg, waarna het huis van Egbert junior werd versterkt. In het krijgsgeweld werden de stad Groningen, het dorp Eelde, de Gelkingse versterking Liewerdawinkel, adellijke huizen in Peize en de Gronenburg verwoest. Uit de context van de kroniek valt te concluderen dat de Gronenburg in handen was van de prefectenpartij. Menko vermeldt tevens dat de Gronenburg de oorsprong van het conflict tussen voornoemde partijen was, maar geeft niet aan waarom.358
Na 1242 moet de Gronenburg weer zijn opgebouwd, want in 1250 zou volgens abt Menko het kasteel voor een tweede keer zijn verwoest, alleen nu door de Ommelanders. Menko vermeldt ook de reden waarom de prefectenpartij het kasteel aanvankelijk heeft gebouwd, namelijk tegen de inwoners van Drenterwolde. De Gronenburg zou een bedreiging zijn voor velen, maar in het bijzonder voor de omwonenden, aldus de abt. Hij beschrijft tevens de ligging van het kasteel; het was volgens Menko gelegen aan de oever van de rivier de Hunze die de burcht bijna geheel omringde.359
Wat bedoelt abt Menko nu precies met deze passage? Van den Broek heeft zich reeds gebogen over dit vraagstuk.360 Hij vermoedt dat de bouw van het kasteel te maken had met ontginningen. Rond 1240 lagen ter hoogte van Drenterwolde ontgonnen gebieden waar zich kolonisten hadden gevestigd. Mogelijk waren die ontginningsprocessen begonnen zonder bemoeienis van de prefect en probeerde hij door middel van de bouw van de Gronenburg zich te mengen in deze processen, of misschien de regie te verkrijgen. Waarschijnlijk wilde de
357 Jansen & Janse 1991: 346, 382.
358 Jansen & Janse 1991: 346.
359 Jansen & Janse 1991: 382.
360 Van Den Broek 2007: 300-301.
478